e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
achterdocht achterdenken: achterdinken (Doenrade) achterdocht [SGV (1914)] III-1-4
achternaafband achternavenband: axtǝrnāvǝbantj (Doenrade) De ijzeren band om het achtereinde van de naaf, aan de kant van de wagen. De achternaafband is doorgaans smaller dan de muilband. Zie ook afb. 214. [N G, 43d; N 17, 60b; Vld.] II-11
achterste achterste: ĕchesjte (Doenrade), vot: vot (Doenrade) [N 10c (1995)]achterste [SGV (1914)] III-1-1
achterteen (28) acheste pootje: ɛtəf1 əf2 echesjteəf1 əf2 pueøͅtje (Doenrade), acheste teen: aegesjteəf1 əf2 tean (Doenrade) achterste pootje || achterste teen III-3-2
achteruitgaan achteruitgaan: achteroetgaon (Doenrade) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achterwiel van een fiets achterrad: achterraad (Doenrade), achterraat (Doenrade), rad: raad (Doenrade) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
adder adder: adder (Doenrade), WLD  adder (Doenrade), slang: WLD  sjlang (Doenrade) Hoe noemt u een slang met een verlengde hals, een korte gedrongen romp en een korte staart. De snuit heeft een vlakke bovenkant. Het schubbenkleed is zwart of donkergrijs met een zigzagstreep over de rug en een X-teken op de kop. Zijn lengte is tot 70cm ( [N 83 (1981)] III-4-2
adelaarsvaren varen: WLD  varen (Doenrade) Adelaarsvaren, (pteridium aquilinum). Grote, forse varenplant met een dikke, zwarte, diep in de grond kruipende wortelstok, waarin van afstand tot afstand sterk samengestelde veren rijzen, die op gunstige groeiplaatsen wel meer dan 2 m hoog kunnen worden. [N 92 (1982)] III-4-3
adem adem: oam (Doenrade) adem [SGV (1914)] III-1-1
ademen ademhalen: oam hoale (Doenrade) ademen [SGV (1914)] III-1-1