id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
25272 | are, maat van 100 m2 | are: are (Doenrade), áár (Doenrade), ⁄n aar (Doenrade) | de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)] III-4-4 |
18239 | armband | armband: armbantj (Doenrade) | band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3 |
21709 | armbestuur | armbestuur: aermbestuur (Doenrade), ermbesjtuur (Doenrade), ermbestuur (Doenrade) | de instelling die zich tot doel stelt arme mensen te ondersteunen [arme, armekom-mer, grootvaal, armbestuur] [N 90 (1982)] III-3-1 |
23355 | armenbanken | vrije plaatsen: vrieplaatse (Doenrade) | De banken achter in de kerk, die niet werden verpacht [gemeine banken, vrije banken, ermebanke, vrije plaatsen?]. [N 96A (1989)] III-3-3 |
28951 | armkogel | armslok: ęrmslǭk (Doenrade) | De ronding in de armsgatuitsnijding. [N 59, 101b] II-7 |
21294 | armoedig | armelijk: ermerlik (Doenrade), armoedig: ärmuidig (Doenrade) | armoedig [SGV (1914)] III-3-1 |
28950 | armsgatuitsnijding | armslok: ęrmslǭk (Doenrade) | De uitsnijding voor de mouw bij het colbert. [N 59, 101a] II-7 |
25055 | armvol | armvol: ene erm vol (Doenrade), ervel (Doenrade) | de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] III-4-4 |
21570 | arresteren | vastzetten: vaszettə (Doenrade) | iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1 |
32672 | asblok | asbed: as˱bęt (Doenrade) | Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-13 |