e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnenspie spie/spij: spīj (Hamont) De houten spie die tussen het in de heulbank geplaatste paar klompen wordt geslagen. De binnenspie dient om de klompen onderling een evenwijdige stand te geven. Zie ook afb. 239. Vaak wordt de binnenspie als laatste ingeslagen; hij zet dan het geheel van klompen en zetklossen definitief vast. Zie ook het lemma ɛsleutelɛ.' [N 97, 15; A 29a, 6b] II-12
binnentrap meeltrap: mę̄ltrap (Hamont), trap: trap (Hamont), zoldertrap: zǫldǝrtrap (Hamont) De trap die de verdiepingen in de molen verbindt. [N O, 49c; Sche 17] II-3
binnenzak binnentas: benətes (Hamont) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
bioscoop cinema: cinema: België.  sinəma (Hamont), Naar de cinema gaan.  sinəma (Hamont) Cinema. || Film - cinema - bioscoop: naar de film gaan. III-3-2
bit gebit: gǝbē.t (Hamont), mondstuk: mōntstøk (Hamont), paardsgebit: pęrs˲gǝbē.t (Hamont) IJzeren mondstuk aan het hoofdstel dat men een paard in de mond, boven de onderkaak legt, en waaraan de teugels bevestigd zijn. De meeste bitten bestaan uit een rechte stang, sommige hebben een beugel in het midden om te voorkomen dat het paard zijn tong op de stang legt. Voor enkele plaatsen (L 270, Q 75, 94, 169, 174 en179) wordt gemeld dat de opgegeven term ook ter aanduiding van het wolfsgebit gebruikt wordt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 19, 38b, 41; L 35, 45b; monogr.] I-10
bitringen knevelringen: knēvǝlreŋ (Hamont), ringen: reŋ (Hamont) De beide ringen aan het einde van de bitstang. [N 13, 44] I-10
bits bars: héj is nogâl bars (Hamont, ... ), kort aangezet: hij is nogəl kort oangezet (Hamont, ... ), hij is nogəl kortaon gezet (Hamont, ... ) Hoe zegt ge << hij is nogal bits, scherp, prikachtig>> in zijn manier van spreken. [ZND 40 (1942)] III-1-4, III-3-1
bitstang tongijzer: tǫŋizǝr (Hamont) De ijzeren stang van het bit dat het paard in zijn mond heeft. De benaming voor dit onderdeel is vaak hetzelfde als die voor het bit in zijn geheel. [N 13, 42] I-10
bivakmuts bivakmuts: bivakmøts (Hamont) bivakmuts III-1-3
blaar blaar: blōər (Hamont, ... ), blôâr (Hamont, ... ) een blaar (wanneer men zich heeft verbrandt) [ZND 32 (1939)] || een blaar in de handen door het vasthouden van een werktuig, bv. een hamer [ZND 32 (1939)] || een blaar onder de voeten, door het gaan veroorzaakt [ZND 32 (1939)] III-1-2