e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L286p plaats=Hamont

Overzicht

Gevonden: 4263
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betten van een wonde baden: bēͅjən (Hamont, ... ), bĕijen (Hamont) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
beuk beuk: bø̄k (Hamont), beukenboom: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  by(3)̄kəbūəm (Hamont) beuk || beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beukennootje beukennootje: bøkənø.t⁄ə (Hamont), bø̄kənøt⁄ə (Hamont) beukenootje [ZND 01u (1924)] III-4-3
beurs, overrijp melig: mēͅlix (Hamont), murg: mø͂ͅlex (Hamont), te rijp: te riep (Hamont), te rīp (Hamont) beurs [ZND 01 (1922)] || overrijp, murw [ZND 31 (1939)] III-2-3
bevend schudden met de huid rij(e)ren: rɛ̄i̯ǝrǝn (Hamont) Rillen, beven, huiveren, vooral na zware arbeid, bij koude en uit angst. [N 8, 66 en 68] I-9
bevruchten treden: trē̜ǝn (Hamont) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voerhaard: vūrhē̜ ̞rt (Hamont) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
bewolking wolken: də woləkən (Hamont) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bewolkte lucht overlopen lucht: ovərlū’pə lōͅxt (Hamont), ən ovərlū‧pə lōͅxt (Hamont), overtrokken lucht: overtrokken locht (Hamont), overtrokken lōcht (Hamont), ovərtroͅkən (Hamont), ovərtroͅkən lōcht (Hamont) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezadigd bezadigd: ook materiaal znd 21, 18  bəzōͅədixdə mens (Hamont) bezadigd [ZND 01 (1922)] III-1-4