e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

Gevonden: 3426
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zomerkleren zomerkleren: zomerkleier (Beesel) Zomerkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
zon- en feestdagen laagdagen: lèègdaag (Beesel) Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3
zondag voor aswoensdag vastelavondszondag: vastelaovendszondich (Beesel) De zondag vóór Aswoensdag, vastenavond [vasteloaëved]. [N 96C (1989)] III-3-2
zondagmissaal feestmissaal: fieestmissaal (Beesel) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zondagse kleren zondagse kleren: zondigse kleier (Beesel) De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] III-1-3
zonde zonde: zunj (Beesel) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zunj (Beesel) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zonder opzet niet expres: neet eksjpres (Beesel) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4
zonnedauw vliegenvanger: WLD  vlégevanger (Beesel) Ronde zonnedauw (drosera rotundifolia 5 tot 25 cm. Het is een insektenetend plantje; de blaadjes groeien in een rozet, zijn rond, met talrijke rode klierharen met kleverige knopjes (voor het vangen van insekten) en tevens lang gesteeld. De bloemen zijn [N 92 (1982)] III-4-3
zoom zoom: zǫwm (Beesel) De omgeslagen en vastgenaaide rand aan een stuk weefsel of een kledingstuk. Volgens Het Beste Naaiboek (pag. 290) zijn er drie soorten zomen: de omgeslagen zoom, de valse zoom en de apart aangezette zoom. Zie afb. 38. [N 62, 14a; L 8, 126; Gi 1.IV, 15; MW; S 46; monogr.] II-7