e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beesel

Overzicht

Gevonden: 3426
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zweten zweten: zweite (Beesel) zweten [SGV (1914)] III-1-2
zwichtstelling galderij: galdǝrij (Beesel) De omloop of galerij om de Hollandse molen vanwaar men de zeilen kan zwichten en eventueel ook de vang kan bedienen. Zie ook afb. 24. [N O, 57a; Sche 23] II-3
zwijgen zwijgen: zwiege (Beesel) zwijgen [SGV (1914)] III-3-1
zwikgat zwikgat: šwik˲gāt (Beesel) Het gaatje waardoor tijdens het tappen lucht in het vat kan komen en gistingslucht kan ontsnappen. Volgens de respondent uit Panningen (L 290) werd bij een gevuld vat het zwikgat tegen het stof afgesloten met behulp van een korenaar. [N E, 48a add.; A 36, 3a, add.] II-12
zwoegen wurgen: Opm. hebzucht.  wörge (Beesel), zich uitsloven: zich oetsjloovə (Beesel), zich weren: zich wéérə (Beesel) zich bijzonder inspannen, erg veel moeite doen [zich weren, zich uitsloven, weerbieden] [N 85 (1981)] || zwoegen (hard werken) [SGV (1914)] III-1-4
zwoord zwaard: zwaars (Beesel) zwoord (spek~) [SGV (1914)] III-2-3