e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zitvlak van een broek boksenbodem: bóksebaom (Buchten) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zoden afsteken afsteken: afštē̜kǝ (Buchten) Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b] I-8
zoeken zoeken: zeuke (Buchten) zoeken [SGV (1914)] III-1-2
zoethout zoethout: zeuthout (Buchten) zoethout [SGV (1914)] III-2-3
zolder zolder: zøͅldər (Buchten) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zoldergat, opening in de koestalzolder hooilok: [hooi]lō̜k (Buchten) In de koestalzolder is meestal een opening waardoor het hooi naar beneden geworpen wordt om het aan de dieren te voeren. Waar de koestalzolder in open verbinding staat met de schuur is er meestal geen opening in de zoldering. Een aantal opgaven betreffen een luik of een scharnierende deur waarmee de opening afgesloten kan worden. De benamingen kunnen ook gebezigd worden voor een opening in de gevel of in het dak waardoor het hooi op de zolder wordt gebracht. Zie ook het lemma "hooivenster" (3.4.5). Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (hooi) het lemma "hooi" in aflevering I.3. Zie ook afbeelding 16.c bij het lemma "hooizolder, koestalzolder, schuur" (3.4.1). [N 5A, 56b; N 5, 97 en 97a; L 42, 24 passim; monogr.; add. uit N 5A, 57c] I-6
zolderkamer onder de pannen: oͅŋər də panə (Buchten), zolderkamer: zøͅldərkāmər (Buchten) zolderkamer [N 05A (1964)] III-2-1
zomen zomen: zø̜jmǝ (Buchten) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkleren zomerkleren: zomerkleijer (Buchten) zomerkleren [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse kleren `s zondagskleren: sunjeskleijer (Buchten) zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3