e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Buchten

Overzicht

Gevonden: 3668
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwarte kraai, kraai kraai: kraoj (Buchten), kroaj (Buchten) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] || kraai [SGV (1914)] III-4-1
zwavelstok zwavelstek: zweevelstek (Buchten) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zwavelx zwagel: sjwègel (Buchten) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweep smik: šmek (Buchten) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zweep van de koeherder smik: šmek (Buchten) Zweep om bijvoorbeeld de koeien naar de stal te brengen. [N 18, 146] I-11
zweet zweet: sjweit (Buchten) zweet [N 10 (1961)] III-1-2
zwellen zwellen: šwɛlǝ (Buchten  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Gezegd van galerijwanden die opzwellen tengevolge van druk op het gesteente. [N 95, 386] II-5
zwellen van de uier (ze is aan het) uieren: ii̯ǝrǝ (Buchten) [N 8, 51] I-9
zwemmen zwemmen: sjwömme (Buchten) zwemmen [SGV (1914)] III-3-2
zwenghout, spoorstok warshout: wē̜rshǫu̯t (Buchten) Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.] I-2