e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Egchel

Overzicht

Gevonden: 570

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biljet van tien gulden tientje: tīēntje (Egchel) 10 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van twintig gulden twintig gulden: twinjtig gölje (Egchel) 20 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijfentwintig gulden geel briefje: ⁄n gael breefke (Egchel) 25 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van vijftig gulden vijftig gulden: fieftig gölje (Egchel) 50 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
binnendeur tussen woonhuis en stal middeldeur: medǝldø̄r (Egchel) De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b] I-6
binnenzak binnentas: binnetès (Egchel) binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)] III-1-3
blauwe klei blauwe leem: blǫu̯wǝ lęi̯m (Egchel) De blauwe klei in het algemeen en de klei die onder het veen zit in het bijzonder. [N 27, 19b; N 27, 44] I-8
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Egchel), weerlicht: (waerlicht) (Egchel) bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] III-4-4
bliksemen bliksemen: ’t bliksemt (Egchel) bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] III-4-4
bloedluis bloedluis: idiosyncr.  bloodloes (Egchel) bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2