| 24962 |
wiel, kolk |
kolk:
kolk (L164p Gennep)
|
kolk of plas die na een dijkbreuk is ontstaan of is overgebleven na een overstroming [wiel, waal] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 31573 |
wielband |
band:
bānt (L164p Gennep)
|
De ijzeren hoepel die door de smid om de houten velg van een kar of wagen wordt gelegd. Zie ook afb. 209a. [N G, 46a; N 17, 67; A 42, 17; JG 1a; JG 1b; L 20, 20c; A 4, 20c; N 33, 8 add.; monogr.; Vld.; div.]
II-11
|
| 32813 |
wielen van de cultivator |
radjes:
rɛtjǝs (L164p Gennep)
|
De wielcultivator, die van achteren steeds twee wielen heeft, wordt van voren ondersteund door een klein zwenkwiel ofwel - en dan betreft het meestal een zwaarder model - door een tweewielig voorstel. [N 11, 78a add.; N 11IA, 151; monogr.]
I-2
|
| 24276 |
wielewaal |
wielewaal:
wielewaal (L164p Gennep),
wielewoul (L164p Gennep)
|
Hoe heet de wielewaal? [DC 06 (1938)] || wielewaal (24 schuwe zomervogel in boomkruinen; man prachtig geelzwart, prachtig gevlochten nest; opvallende roep [duu-de-luo] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
| 27425 |
wig |
kloofbeitel:
klø̄f˱bęjtǝl (L164p Gennep)
|
Spits toelopend stuk hout of metaal dat dient om hout te doen splijten. Het wordt vaak gebruikt wanneer het kliefmes niet volstaat om een stuk hout te klieven. De spleet die door het kliefmes in het hout is ontstaan wordt dan verder verwijd door er houten of metalen wiggen in te drijven. Metalen wiggen zijn soms voorzien van een steel. [N E, 8c; A 29a, 1]
II-12
|
| 33461 |
wigvormig sluithout |
spie:
spi (L164p Gennep)
|
Een wigvormig stuk hout dat men door een metalen ring op de deurstijl steekt en dat aldus de deur tegen de deurstijl sluit. [N 4A, 46]
I-6
|
| 23295 |
wijden |
wijden:
wije (L164p Gennep)
|
wijden [SGV (1914)]
III-3-3
|
| 20852 |
wijn |
wijn:
wĭĕn (L164p Gennep),
wéjn (L164p Gennep)
|
wijn [RND], [SGV (1914)]
III-2-3
|
| 20825 |
wijnazijn |
edik:
êk (L164p Gennep),
wijn-edik:
wienêk (L164p Gennep),
winēͅk (L164p Gennep),
wijnazijn:
wienazien (L164p Gennep)
|
wijnazijn [SGV (1914)]
III-2-3
|
| 33524 |
wijnstok, wingerd |
druif:
droe.f (L164p Gennep),
druivenstruik:
WLD
drūūvə-strŏĕk (L164p Gennep),
druivenwingerd:
droe.fvie.ger (L164p Gennep),
druu.vevinger (L164p Gennep),
druvevinger (L164p Gennep, ...
L164p Gennep)
|
[SGV (1914)]De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] || druivestruik || wingerd [SGV (1914)]
I-7
|