e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe bosbes bosbeer: verzamelfiche, ook mat. van ZND02, 3 en ZND16, 2  boschbeer (Zonhoven) bosbes, alg. [ZND 01 (1922)] III-4-3
blauwe reiger, reiger blauwe reiger: blowe regel (Zonhoven), regel: platalea laucorodai  r‧ēgəl (Zonhoven), reiger: regel (Zonhoven), règəl (Zonhoven) reiger [ZND 41 (1943)] || reiger, blauwe III-4-1
blauwe vleesvlieg, bromvlieg dol: doͅl (Zonhoven) bromvlieg III-4-2
blauwsel blauwsel: E zékske blòòëtsel vur ènne waa.s: een zakje blauw voor de was  blòòëtsel (Zonhoven) blauwsel III-2-1
blazen blazen: blaozen (Zonhoven) Hoe noemt u het geluid dat katten voortbrengen als zij kwaad zijn (blazen, spuwen) [N 83 (1981)] III-2-1
bleek bleek: bli.k (Zonhoven), hie es (zīət) su blik (Zonhoven) bleek [ZND 01 (1922)] || hij is zo bleek [ZND 21 (1936)] III-1-2
blekijzer mesje: mɛskǝ (Zonhoven) Gereedschap waarmee men de wissen blekt. Meestal is dit een ijzeren klem die op een zwaar stuk hout bevestigd is. Zie ook afb. 263. Soms wordt ook een gespleten stok gebruikt die in de grond gestoken wordt. Dit laatste is het geval in Stramproy (L 318). In Zonhoven (Q 1) gebruikt men een dikke eiken stok als kliever en in Diepenbeek (Q 71) heeft men daarvoor twee ijzers in een V-vorm. [N 40, 24; N 40, 27; N 40, 30; monogr.] II-12
blij blij: blij (Zonhoven), blɛj (Zonhoven) blij [ZND 01 (1922)] III-1-4
blijven hangen, blijven plakken kleven: kleven (Zonhoven) ergens steeds maar blijven, niet weg willen gaan [kleven, pekken, hukken, persten, plersten, pleisteren] [N 91 (1982)] III-4-4
blijven wachten blijven: blijven (Zonhoven), blêvən (Zonhoven), wachten: wachten (Zonhoven) blijven [ZND 25 (1937)] || ergens blijven tot iets of iemand komt [tukken, wachten] [N 91 (1982)] || niet verder gaan, blijven [letten, banken, banketeren, wijlen, blijven] [N 91 (1982)] III-4-4