e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q001p plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blijvend gebit paardetanden: pirdǝtɛ̄.n (Zonhoven) Op vijfjarige leeftijd heeft het paard een volwaardig gebit, meestal paardstanden genoemd. [JG 1a, 1b; N 8, 18a en 18b] I-9
blijvend invalide afgekeurd: āfgǝkø̄rt (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Maurits]), invalide: envalit (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) [N 95, 968] II-5
blik vuilblik: vóó.ëlblèk (Zonhoven) vuilnisblik III-2-1
bliksem, bliksemflits bliksem: bleͅksəm (Zonhoven) bliksem [ZND 01 (1922)] III-4-4
bliksemen weerlichten: ⁄t wierlext (Zonhoven, ... ), ps. omgespeld volgens Frings!  ət weərleͅxt (Zonhoven, ... ) bliksemen [ZND 21 (1936)] || het bliksemt [ZND 01 (1922)] III-4-4
blinde schacht, tussenschacht beurkê: børkẽ̜ (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Winterslag, Waterschei]), bǝrkē (Zonhoven [Zolder]) Een schacht die niet aan de oppervlakte uitmondt. Een dergelijke schacht wordt aangelegd om steenkoollagen te ontsluiten die tussen de verdiepingen zijn gelegen, en soms voor ventilatie- of vervoersdoeleinden. Zo merkt de respondent uit Q 3 voor de mijnen uit Winterslag en Waterschei op dat de "stortkoker" een blinde schacht is waar kolen en steen door afgevoerd worden en de "luchtschouw" een blinde schacht die uitsluitend wordt gebruikt voor de luchtverversing. Het verschil tussen een opbraak of een neerbraak en een tussenschacht was in de Nederlandse mijnen gelegen in het feit dat in een tussenschacht personenvervoer door middel van liftkooien was toegestaan. [N 95, 78; N 95, 181; monogr.; Vwo 134; Vwo 138; Vwo 206; Vwo 804] II-5
blinken, glimmen, glanzen blinken: blinken (Zonhoven) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: blut (Zonhoven) bloed [ZND 01 (1922)] III-1-1
bloedworst bloedworst: bloetwórs(j)t (Zonhoven), blutwōͅrst (Zonhoven), blutwoͅrst (Zonhoven), pens: nochtans niet geperst in de vorm van een worst  pé.ns (Zonhoven), pensmortel: nochtans niet geperst in de vorm van een worst  pénsmórtel (Zonhoven) bloedworst [Goossens 1a (1955)], [ZND 21 (1936)] III-2-3
bloedzuiger bloedzuiker: blutso:kər (Zonhoven), blutsōͅkər (Zonhoven) bloedzuiger [ZND 01 (1922)], [ZND 33 (1940)] III-4-2