23453 |
wijzerplaat van het torenuurwerk |
wijzerplaat:
wiezerplaat (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray)
|
De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23454 |
wijzers van het torenuurwerk |
grote en kleine wijzer:
groeete en klaene wiezer (L210p Venray),
wijzers:
wiezers (L210p Venray, ...
L210p Venray,
L210p Venray)
|
De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24461 |
wild konijn (enkelv.) |
konijn (lang/sleept.):
knīēn (L210p Venray),
wilde konijn (id.):
wild knien (L210p Venray)
|
wild konijn (enkelv.) [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
24462 |
wild konijn (meerv.) |
konijn (kort/stoott.):
knient (L210p Venray, ...
L210p Venray)
|
wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
30137 |
wild verband |
wild verband:
welt ˲vǝrbaǝnt (L210p Venray),
welt ˲vǝrbãnt (L210p Venray)
|
Metselverband waarbij strekken en koppen zich in een laag op onregelmatige wijze afwisselen. Het wild verband werd na de oorlog veel gebruikt in verband met de toen heersende schaarste aan materiaal (Westra, pag. 21). De term wild verband wordt ook gebruikt voor decoratief metselwerk waarbij verschillende steensoorten onregelmatig door elkaar worden gerangschikt. [N 31, 24f; N 31, 26]
II-9
|
24277 |
wilde eend |
eend:
aend (L210p Venray)
|
eend
III-4-1
|
24278 |
wilde gans |
een wilde:
wilde (L210p Venray),
wilde gans:
alle soorten worden (wilde) ganzen genoemd
wilde gans (L210p Venray)
|
gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] || wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)]
III-4-1
|
34026 |
wilde koe |
wilde koe:
weldǝ [koe] (L210p Venray)
|
Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.]
I-11
|
24611 |
wilde roos (hondsroos, enz.) |
heggenroos:
heggeroeës (L210p Venray),
rozenbottel:
-
roeèze(bottel) (L210p Venray),
timpelteer:
timp punt vandaar ook doorn?
tepeltäär (L210p Venray),
wilde roos:
verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok
wilde roe(u)wus (L210p Venray)
|
egelantier [ZND 01 (1922)] || eglentier [SGV (1914)] || haagroos || rozebottelstruik (Rosa rubiginosa) [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
24873 |
wilde tijm |
tijm:
Veldeke 1979, nr. 1
tijm (L210p Venray)
|
Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)]
III-4-3
|