e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L210p plaats=Venray

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wijzerplaat van het torenuurwerk wijzerplaat: wiezerplaat (Venray, ... ) De wijzerplaat van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wijzers van het torenuurwerk grote en kleine wijzer: groeete en klaene wiezer (Venray), wijzers: wiezers (Venray, ... ) De wijzers van de torenklok. [N 96A (1989)] III-3-3
wild konijn (enkelv.) konijn (lang/sleept.): knīēn (Venray), wilde konijn (id.): wild knien (Venray) wild konijn (enkelv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wild konijn (meerv.) konijn (kort/stoott.): knient (Venray, ... ) wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wild verband wild verband: welt ˲vǝrbaǝnt (Venray), welt ˲vǝrbãnt (Venray) Metselverband waarbij strekken en koppen zich in een laag op onregelmatige wijze afwisselen. Het wild verband werd na de oorlog veel gebruikt in verband met de toen heersende schaarste aan materiaal (Westra, pag. 21). De term wild verband wordt ook gebruikt voor decoratief metselwerk waarbij verschillende steensoorten onregelmatig door elkaar worden gerangschikt. [N 31, 24f; N 31, 26] II-9
wilde eend eend: aend (Venray) eend III-4-1
wilde gans een wilde: wilde (Venray), wilde gans: alle soorten worden (wilde) ganzen genoemd  wilde gans (Venray) gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans [N 09 (1961)] || wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1
wilde koe wilde koe: weldǝ [koe] (Venray) Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.] I-11
wilde roos (hondsroos, enz.) heggenroos: heggeroeës (Venray), rozenbottel: -  roeèze(bottel) (Venray), timpelteer: timp punt vandaar ook doorn?  tepeltäär (Venray), wilde roos: verzamelfiche ZND01, a-m; ZND01, u 051 en ZND15, 004; deze laatste ook bij Har Brok  wilde roe(u)wus (Venray) egelantier [ZND 01 (1922)] || eglentier [SGV (1914)] || haagroos || rozebottelstruik (Rosa rubiginosa) [DC 69 (1994)] III-4-3
wilde tijm tijm: Veldeke 1979, nr. 1  tijm (Venray) Tijm; de blaadjes zijn langwerpig rond en naar achteren omgekruld; wordt in de linnenkast gelegd; ook gebruikt als specerij bij kool, salade en komkommer of in soep gekookt en als geneesmiddel tegen hoest (tamoe, tamus, tijmos, tijmis). [N 82 (1981)] III-4-3