e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

Gevonden: 2513

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
algemene begraafplaats jodenhof: juddenhoof (Boorsem) Een (algemene) begraafplaats voor niet-katholieken. [N 96A (1989)] III-3-3
allerheiligen allerheiligen: allerheilige (Boorsem), aləreligə (Boorsem) Allerheiligen. [ZND 19A (1936)] III-3-3
allerzielen allerzielen: allerziele (Boorsem), alərziələ (Boorsem) Allerzielen. [ZND 19A (1936)] III-3-3
altaar altaar (<lat.): altāōr (Boorsem) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
altaarbel bel: bel (Boorsem) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
alziend oog christusoog: Kristəsaug (Boorsem) Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)] III-3-3
ampullen ampullen (<lat.): ampōēle (Boorsem) Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)] III-3-3
andijvie andijve: andīvə (Boorsem) [Goossens 1b (1960)] I-7
angel angel: a.ŋǝl (Boorsem) Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.] II-6
appel, algemeen appel: apəl (Boorsem, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)] I-7