e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voorhoofd ster: schtàr (Bunde), voorkop: de aojersj van zene veurkop (Bunde), veurkòp (Bunde) de aderen van zijn voorhoofd [ZND 19 (1936)] || voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
vooroverduikelen duikelen: dukele (Bunde), voorovervallen: veureuver valle (Bunde) duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] III-1-2
voorvoet voorvoet: veurvoot (Bunde), wreef: vrief (Bunde) voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1
vorentrekker vorentrekker: vōrǝntrękǝr (Bunde) Het gereedschap, een soort hak met een pijlpuntig blad, om pootvoren te trekken. In sommige gevallen, zoals in lijst N 18, werd aan de zegslieden het gevraagde gereedschap alleen getoond op een tekening en werd hun gevraagd het stuk gereedschap te benoemen. In andere gevallen, zoals in lijst N 12 over de aardappelteelt, werd een stuk gereedschap omschreven en werd het doel aangegeven. De opgaven die deze verschillende vragen opgeleverd hebben zijn niet altijd eenduidig te onderscheiden. In dit geval van de vorentrekker blijkt uit de antwoorden dat men het gereedschap en met name de grotere exemplaren, ook kan gebruiken om aan te aarden. Zodoende lopen de termen van dit lemma gedeeltelijk parallel met die uit paragraaf 3. Zie derhalve ook de lemmaɛs Aardaardhak, Aanaardploeg en Aanaardhandploeg [N 18, 43; monogr.] I-5
vork fourchette: versjet (Bunde), vəršeͅt (Bunde) vork [Weijnen BN 06 (1939)] || vork (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] III-2-1
vorstpan rietvorst: rēt˲vǫrst (Bunde) Halfronde pan waarmee de nokken en hoekkepers van het dak worden bedekt; ook de soortgelijke pan voor de afdichting van de nok of de naden van het dakschild van een rieten dak. Vorstpannen worden met spijkers op de dakruiters vastgezet en met specie aan elkaar bevestigd. In Q 77b werd niet met vorstpannen gewerkt. Men smeerde daar de nok van het dak in met cement. Het woordtype broekstuk (L 290, L 372) duidt een pan aan die de verbinding vormt tussen de vorstpannen en de pannen die over de naden van het dakschild worden gelegd. [N 32, 45b; N 32, 45c; N 4A, 34a; N 4A, 34c; N F, 8] II-8
vrachtwagen camion (fr.): camion (Bunde), vrachtwagen: p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.  vrachtwagen (Bunde) een grote auto voor goederenvervoer [vrachtwagen, camion] [N 90 (1982)] || vrachtwagen III-3-1
vregelpaal treuil (fr.): trø̜̄l (Bunde) In de Kempen en in het zuid-oosten van het onderzoeksgbied wordt een tweede boom voor het vastzetten van het hooi op de kar gebruikt. Deze vregelpaal is (doorgaans draaibaar) onder in de bak van de hoogkar gemonteerd en loopt door het midden van het verzwaarde dwarse sluithout, de bril. Het bindtouw werd dan om deze vregelpaal heengeslagen en daarna werd deze door middel van een stok of knuppel, de vregelstok, aangedraaid. Zie ook de toelichting bij het lemma ''vregelstok'' en afbeelding 15. De foto''s van afbeelding 15 zijn genomen in Mechelen aan de Maas (Q 9). [N 17, 14a; JG 1d, 2c; monogr.] I-3
vregelstok wringelstok: vręŋǝlstǫk (Bunde) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vrouwelijk kalf vaars: vērž (Bunde) [N 3A, 20; N C, 7b; JG 1a, 1b; A 9, 17b; Gwn V, 5b; monogr.] I-11