e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
waggelen strampelen: strampele (Bunde), waggelen: waggele (Bunde) lopen: onvast, wankelend lopen [stroemele, striemele, strampele] [N 10 (1961)] III-1-2
walm zwadem: sjwaam (Bunde), šwām (Bunde) dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)] || walm (van lamp) [ZND m] III-2-1
walmen gezwaam: ət gəšwāmp (Bunde) walmen [ZND m] III-2-1
wandelen kuieren: Kuieren.  kuiere (Bunde) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
wasbord wasbred: wesjbreed (Bunde) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] III-2-1
waterput waterput: wōͅtərpøt (Bunde) [DC 21 (1952)] I-7
wecken inmaken: inmaken (Bunde) wecken; Hoe noemt U: Steriliseren van levensmiddelen in luchtdicht afgesloten flessen (wecken, inmaken) [N 80 (1980)] III-2-3
weduwe wedevrouw: wedevrouw (Bunde) weduwe [SGV (1914)] III-2-2
weduwnaar wedeman: wedeman (Bunde) weduwnaar [SGV (1914)] III-2-2
weerborstel weerstruif: wersjtroef (Bunde), wèrtstroef (Bunde) valse kruin, zomaar ergens in het hoofdhaar [wersboorsel, wirborstel] [N 10 (1961)] III-1-1