e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
fles, maat van ong. 0,8 liter fles: = variabel (1/2, 1,2 l.).  kàn (As) de maat die een inhoud aangeeft van 0,8 liter [fles] [N 91 (1982)] III-4-4
flets flauw: flauw (As), flets: flèts (As), schraal: sjraol (As), spits: spits (As), vlas: vlas (As), vlaskleurig: vlaskléérig (As) Flets: ongezond bleek of vaal van gelaatskleur (flets, geeps, kwips, pips). [N 84 (1981)] || geeps (flets) [ZND 01 (1922)] III-1-2
flikflooien fletsen: fletse (As), flikflooien: flikfluje (As) flemen, vleien || mooipraten, mouwvegen III-1-4
flink; flinke persoon die zijn handen jeuken naar het werk: déé zin hàn jīēke nao ⁄t werk (As), fel: fel (As), hevig: hevig (As), nijg: ni-jg (As) geneigd om flink aan te pakken, om stevig door te werken [hel, flink] [N 85 (1981)] III-1-4
fluim fluim: [ontrondingsgebied, fliem < fluum -> fluim; *vlijm, flijm]  fliem (As) fluim [ZND 01 (1922)] III-1-2
fluisteren lispelen: (g. Ned.)  <lispelen> (As) lispelen [ZND 01 (1922)] III-3-1
fluit fluit: fleït (As), fluitje: fleitsken (As) Fluit. [Willems (1885)] III-3-2
fluiten fluiten: fleiten (As) Fluiten. [Willems (1885)] III-3-2
fluiten naar de duiven fluiten: fleite (As), flèjtə (As) Hoe noemt U het fluiten naar de duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
fluweel, velours velours: flūr (As) Weefsel met een bovenkant met rechtopstaande garenuiteinden, ontstaan door een bijzondere afwerking. De binding bestaat uit een grondweefsel, in effen of keper, waartussen draden, die over grotere afstanden los liggen. Door deze door te snijden en op te borstelen ontstaat een pluche-achtig haardek: pool. Door zacht ruwen wordt het ø̄pluizenø̄ bevorderd, waarna de pool op een bepaalde lengte wordt afgeschoren (Bonthond s.v. ø̄fluweelø̄. [N 62, 78; N 62, 75f; 59, 201; MW; L 1a-m; L 23, 57a; S 9; monogr.] II-7