18206 |
gat in een kledingstuk |
gat:
gaat (L417p As),
kot:
kōēwt (L417p As)
|
gat in een kledingstuk, bijv. een kous [N 86 (1981)]
III-1-3
|
25001 |
gat, opening |
gat:
gaat (L417p As)
|
gat [ZND 01 (1922)]
III-4-4
|
21316 |
gauwdief |
gauwdief:
gauwdeef (L417p As),
pickpocket (eng.):
Van Dale: pickpocket (<Eng.), zakkenroller.
pikpòkkè (L417p As),
schelm:
sjèlm (L417p As),
zakkenroller:
zàkkeròller (L417p As)
|
een dief die op behendige, listige wijze te werk gaat [gauwdief, schelm] [N 90 (1982)] || gauwdief [ZND 01 (1922)]
III-3-1
|
20742 |
gebakje |
pat-tje:
Mee pèteke waas èè petéke aan het ète
petéke (L417p As)
|
gebakje
III-2-3
|
21012 |
gebakken appelschijf |
appelschijfjes:
Appelsji-jfkes inne pan of in einen appelekook of nog op eine vlaaidiêg
appelsji-jf (L417p As)
|
(doorgaans doorgebakken) horizontale appelschijf
III-2-3
|
20907 |
gebakken appelschijven |
boomvlees:
Men bedoelt er b.v. gestoofde peren of appelen mee
buimvleis (L417p As)
|
boomvlees
III-2-3
|
17623 |
gebit |
gebeet:
gǝbē.t (L417p As)
|
Het geheel van alle tanden en kiezen van een paard. [JG 1a, 1b; N 8, 17 en 18b]
I-9
|
22513 |
geboortefeest |
doopfeest:
doupfiëest (L417p As),
dowpfiest (L417p As),
kindjeskermis:
kiendjeskermis (L417p As)
|
het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)] [N 112 (2006)] || Het feestje ter ere van de geboorte van een kind [sol, kinderfooi, pastellenhuisje, kindjeskermis, kindjeskoffie, gebuurkoffie, snee(i)]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20182 |
geboren worden |
er zijn:
d`r zeen (L417p As),
geboren werden:
gebōēre wéére (L417p As)
|
Geboren worden (jong zijn). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
19725 |
gebouw |
bouw:
Binnekort zulle ze möt uize buiw kloar zeen Uis Zjengske wörkt nûw al joare inne buiw
buiw (L417p As),
gebouw:
gəbu (L417p As, ...
L417p As)
|
een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|