e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

Gevonden: 5248
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
basterdsuiker potsuiker: potsòkker (As) fijne bruine suiker III-2-3
bazige vrouw feeks: feeks (As), gendarme (fr.): Van een wat overmatig struis vrouwmens wordt wel eens gezegd: Det is ein echte zjendermekweekster  zjenderm (As), heks van een wijf: heks van e wi-jf (As), kletsmoeder: klètsmoojer (As), serpent: serpènt (As) Brutaal en bazig manwijf || een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bed bed: beͅt (As), bɛt (As), Midden in böd ligke: het grootste voordeel aan zijn kant krijgen Ein böd(de) koots: beddekoets Eine bödpòngel: schertsend voor slaapgenoot Eme(s) van böd op struuj helpe: van de regen in de drup helpen  böd (As), kooi: kuuj (As) bed [N 56 (1973)], [RND] || bed als slaapplaats III-2-1
beddek deksel: onz.: voor dekens man.: van een pot  deksəl (As) deksel [ZND 22 (1936)] III-2-1
beddenbak, ressortbak beddenbak: bɛdəbak (As), ressortbak: reͅsōͅrbak (As) Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] || springbak van een bed, ressortbak [N 56 (1973)] III-2-1
beddenhemel hemel: hīēmel (As) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen een steek onder water zetten: ne steek ónner wāter zètte (As), een steek zetten: èjne ne steek zètte (As), loens zeggen: lŏĕns zeGGE (As), schampen: sjàmpe (As) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar bedelaar: béédeléér (As), rondloper: róndlòwper (As), schooier: sjōējer (As), sloeber: Van Dale: sloeber, 3. stakker.  slŏĕber (As) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarstehuis kolonie: kòllònĭĕ (As) een instelling waar bedelaars worden opgenomen en verzorgd [kaloentjes, kalonie, kalennis] [N 90 (1982)] III-3-1
bedelaarsvrouw bedelaar: béédeléér (As), rondloper: róndlòwper (As), schooier: sjōējer (As), schooister: sjōējster (As), sloeber: slŏĕber (As) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1