28198 |
aureool, lichtkrans |
gasaureool:
gāsorjōl (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Maurits])
|
Een lichtblauw gekleurde lichtkegel om de vlam van de veiligheidslamp, zichtbaar bij de aanwezigheid van mijngas. De lengte van de lichtkegel is een maat voor het percentage aanwezig mijngas. Is het mijngasgehalte ±4,5%, dan wordt de lichtkegel zo lang, dat ze de bovenkant van de gaaskap van de veiligheidslamp raakt. Hangt de lamp enige tijd in een dergelijk mengsel, dan kan de gaaskap gaan gloeien. Een gloeiende gaaskap levert steeds een groot gevaar op, aangezien daardoor het mijngas buiten de lamp ontstoken kan worden (Handb. H. pag. 10). [N 95, 234; monogr.]
II-5
|
21137 |
auto |
auto:
ótto (L417p As),
automobiel:
óttomòbĭĕl (L417p As),
wagel:
wāgel (L417p As)
|
een bestuurbaar voertuig op 3 of meer wielen, voortbewogen door een zich daarin bevindende motor, meestal gedreven door benzine [auto, wagen, kar, tuffer] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22370 |
autoped |
trottinette (fr.):
trontenet (L417p As),
trottenet (L417p As, ...
L417p As),
tróntenet (L417p As),
/
trotienet (L417p As)
|
een step [SND (2006)] || het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje] [N 112 (2006)] || Het speeltuig bestaande uit een plankje op twee kleine wielen met een stuurstang waarop men door afzetten met de voet rijdt [autoped, glijer, step, aveseerplankje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
25073 |
averechts, achterstevoren |
achterstevoren:
Opm.: in mod. dialect hoort men doorgaans achterste vèèr.
echterste vèèr (L417p As),
andersom:
(bij 2 mogelijkheden).
ànnersóm (L417p As),
averechts:
āverèchs (L417p As),
èverechts (L417p As, ...
L417p As,
L417p As),
links:
LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).
links (L417p As),
verkeerd:
verkīērd (L417p As)
|
achterstevoren, averechts || averechts [ZND 01 (1922)], [ZND 05 (1924)] || niet de goede zijde tonend [averechts, verhard, verkeerd, keeraats] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20582 |
avondmaal |
avondbrood:
aombrōēd (L417p As),
oaved brood (L417p As),
avondskost:
aveskòst (L417p As),
ouvedskost (L417p As)
|
de laatste maaltijd van de dag, avondeten [ZND 02 (1923)] || maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 19 uur [ZND 18G (1935)]
III-2-3
|
20546 |
azijn |
azijn:
azi-jn (L417p As),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m
azien (L417p As),
zie èèk
ezi-jn (L417p As),
edik:
éék (L417p As),
De verkorte vorm van edik Dèèn appel is zuu zoor es (of wi-j) èèk
èèk (L417p As),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m
eek (L417p As)
|
azijn [ZND 01u (1924)] || azijn; Hoe noemt U: De zure vloeistof bestaande uit azijnzuur en water, die o.a. gebruikt wordt bij het bereiden en conserveren van spijzen (azijn, arzijn, eek) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22321 |
baantje glijden op het ijs |
slibberen:
slibbere (L417p As, ...
L417p As,
L417p As),
slibbere(n) (L417p As)
|
Glijden. [ZND 01 (1922)] || Glijden: zich langs en oppervlak gemakkelijk, met zeer weinig wrijving voortbewegen (glijden, slibberen, glissen, schuiven, slifferen, slipperen, schampen). [N 84 (1981)] || Hoe noemt men: op het ijs glijden (zonder schaatsen). [ZND 14 (1926)] || Slieren (op het ijs glijden zonder schaatsen). [ZND 06 (1924)]
III-3-2
|
17584 |
baard |
vlimmen:
vlęmǝ (L417p As)
|
De scherpe uitsteeksels van de aar bij sommige graangewassen: kafnaalden. Het type baard is een verzamelnaam; het type vlimmen is het meervoud van vlim dat eigenlijk de afzonderlijke kafnaald aanduidt die aan het omhulsel van de korrel vastzit. Wanneer het type vlimmen als dubbelopgave naast baard voorkomt (dat is het geval in L 286, 312 en 313), dan is de betekenis van vlimmen: het omhulsel waarin de korrel zit. Vergelijk ook de lemma''s ''graanafval'' (6.1.30) en ''spikken'' (6.1.31). Zie afbeelding 2, f. [JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; A 25, 11; NE 2.I, 51; monogr.; add. uit N 14, 131]
I-4
|
17720 |
baarmoeder |
buik:
bówk (L417p As)
|
baarmoeder [N 10c (1995)]
III-1-1
|
28005 |
baas |
baas:
bās (L417p As)
|
Eigenaar van het schoenmakersbedrijf of -bedrijfje. [N 60, 217e]
II-10
|