e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

Gevonden: 5248
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beet, hap brokje: brékske (As), hap: hàp (As), stuk: stèk (As) hap; Hoe noemt U: Zoveel als men in één keer afbijt of in de mond neemt (hap, beet, knap, kneuvel) [N 80 (1980)] III-2-3
beetje, een weinig beetje: èè bitsje (As), get: get (As), hoop: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  einen huip (As), ietje: (soms, vertederend).  etekes (As), iets: eet(s) (As), ietsje: Syn.: eet of wat.  eetskes (As), klatsje: (is verkleinwoord van klats of klatz).  kletske (As), klitsklatsje: (bijv. van drank).  klitskletske(s) (As), klocht: (deze benaming gebruikt men voor vee of vogels).  klocht (As), kudde: bijv. köd stuiw. (deze benaming gebruikt men voor vee of vogels).  köd (As), snifje: èè snifke (As), tikje: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  èè tikske (As), trobbel: (tribbelke).  tròbbel (As), troep: tròp (As), wat, een -: LET OP: de paginering van deel 2 (Ned.-Brees).  wat (As) beetje, een weinig || geringe hoeveelheid III-4-4
bef overlap: īēvərlap (?) (As) een bef [N 59 (1973)] III-1-3
begane grond, benedenverdieping gelijke grond: gelieke grond (As) begane grond, gelijkvloers [ZND 12 (1926)] III-2-1
begeerlijk aantrekkelijk: aantrèkkelik (As), begeerlijk: begéérlik (As), bekoorlijk: bekōērlik (As), hebbelijk: hébbelik (As), verlokkelijk: verlókkelik (As) de begeerte opwekkend, verlokkend [gewild, begeerlijk] [N 85 (1981)] || sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)] III-1-4
begeerte begeerte: begéérte (As), hartewens: hàrtewéns (As) een groot verlangen naar iets, een sterke wens [geerte, geer] [N 85 (1981)] III-1-4
begeren begeren: begéére (As), snakken: snàkke (As) sterk wensen, verlangen koesteren naar [begeren, geren, lusten] [N 85 (1981)] III-1-4
begerig begerig: begerig (As), begéérig (As), verlangend: verlàngend (As) begerig [ZND 01 (1922)] || sterk verlangend [hebbelijk, begeerlijk, begierig, begerig] [N 85 (1981)] III-1-4
begijn begijn: begien (As) De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)] III-3-3
begin van de dienst begin van de post: bǝgen van ǝ pǫst (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Zwartberg]) Uit de antwoorden blijkt dat men de woordtypen als "beginschicht" en "begin van de schicht" als synoniemen moet beschouwen. [N 95, 119; monogr.] II-5