e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raden raden: kanste dat roaje (As), konder dat roaje (As), roaje (As) Kunt ge dat raden? [ZND 06 (1924)] || raden, gissen naar III-1-4
radio radio: ps. boven de beide "as"moet nog een ? staan; deze combinatieletters zijn niet te maken (omgespeld volgens Frings zijn het inderdaad as).  raadĭĕjó (As) een radio-ontvangtoestel [radio] [N 90 (1982)] III-3-1
rafelen uitrafelen: ówtraofele (As), ówtrāfele (As), uitrefelen: owtrē̜fǝlǝ (As), verkettelen: verkèddele (As), wie kaal uitereenvallen: wi-j kaal ówterèjnvàlle (As) aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, raffelen, reffelen, riefelen] [N 86 (1981)] || Uitvezelen van stof. [N 59, 188; N 62, 45a; MW; S 29; monogr.] II-7, III-1-3
rails guide (fr.): ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft (dus tussen rechte haken!).  gĭĕt (As), rail (<eng.): rèl (As), spoor: ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft (dus tussen rechte haken!).  spōēr (As) de staven waarop een trein loopt [rails, riels, riggels] [N 90 (1982)] III-3-1
ramen lappen wassen: wasse (As), zemen: gebruikt men ook wel.  zīēme (As) Ramen schoonmaken met behulp van spons en zeem (zemen, lappen, kuisen) [N 79 (1979)] III-2-1
rami (kaartspel) ramin: [&lt; rami]  remieje (As) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
rammelaar klater: Dient om te bellen.  klater (As), konijnsrekel: kni-jnsrèkel (As), rammelaar: rammeleer (As), ook haas  remmelèèr (As), Speelgoed.  rammelaer (As) het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater] [N 112 (2006)] || Het speeltuig voor heel jonge kinderen, dat bestaat uit een holle bol met een handvat waarin zich één of meer losse balletjes bevinden [rammelaar, rammel, klater]. [N 88 (1982)] || konijn, mannetje III-2-1, III-3-2
rammelen kladderen: klèddere (As), rammelen: ràmmele (As), ratelen: rātele (As) een onwelluidende, trillende klank voortbrengen, gezegd van loszittende voorwerpen die in beweging gebracht worden [rammelen, rotelen] [N 91 (1982)] III-4-4
rampvlucht rampvlucht: ràmpvlucht (As) een vlucht waar er weinig van terugkomen? [N 93 (1983)] III-3-2
rangeerterrein cour: kūr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Wilhelmina]) Plaats waar de kolentreinen worden samengevoegd of gesplitst. [N 95, 23] II-5