18423 |
broekspijp |
boksenpijp:
bóksəpyp (L417p As)
|
de pijpen van de broek [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18551 |
broekzak achter |
achtermaal:
achtərmaal (L417p As)
|
de achterzak [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18549 |
broekzak opzij |
zijmaal:
zymaal (L417p As)
|
de broekzak opzij [N 59 (1973)]
III-1-3
|
18550 |
broekzak voor |
steekmaal:
stéékmaal (L417p As)
|
zakken voor in broek, i.p.v. opzij (steekzak?) [N 59 (1973)]
III-1-3
|
20335 |
broer |
broer:
broer (L417p As),
1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1
broor (L417p As)
|
broeder (familielid) [ZND 01 (1922)] || broeder; dat is zijn broeder [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
24948 |
bron |
bron:
bron (L417p As),
brǫn (L417p As),
spring:
spreŋk (L417p As),
sprong:
sprénk (L417p As),
Opm. dit woord wordt het meest gebruikt.
sprenk (L417p As)
|
bron [ZND 01 (1922)] || bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8, III-4-4
|
34342 |
bronstig |
breustig:
bręi̯.stex (L417p As)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
20769 |
brood |
brood:
brôêt (L417p As),
torenkruiersbrood:
als stokbrood of als sandwich
Turekri-jersbruud (L417p As)
|
brood [RND] || in Bocholt een veelgranenbrood, waarvan de granen geweekt zijn in diverse soorten Seizoensbieren
III-2-3
|
20710 |
broodje |
broodje:
Fi-jn briêdsjes bakke: vleien, mouwvegen
briêdsje (L417p As),
pistolet:
Fr. pistolet
pistelee (L417p As),
weg:
wègk (L417p As)
|
broodje || een broodje (al of niet) belegd || weg: een aan beide zijden spits toelopend pijlvormig broodje
III-2-3
|
25500 |
broodoven |
oven:
huǝvǝ (L417p As),
hū.vǝn (L417p As)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|