23354 |
zijbeuk |
zijbeuk:
ziebeuken (L295p Baarlo),
ziejbeuk (L295p Baarlo),
zijgang:
ziejgeng (L295p Baarlo)
|
De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
17644 |
zijde |
zij:
pien in de ziej (L295p Baarlo)
|
zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)]
III-1-1
|
18680 |
zijden omslagdoek |
zijden neusdoek:
zieje nuisdook (L295p Baarlo)
|
omslagdoek, zijden ~ [N 23 (1964)]
III-1-3
|
23359 |
zijkapel |
zijkapel:
ziejkepel (L295p Baarlo),
ziekepel (L295p Baarlo)
|
Elk van beide zijkapellen van een kruiskerk. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34580 |
zijladder |
hooileiers:
[hooi]lęi̯ǝrs (L295p Baarlo)
|
Ladderachtige zijkant van de hooikar. De zijladder bestaat uit een aantal sporten, die twee ladderbomen verbinden. Een gedeelte van dit materiaal werd al behandeld in wld I.3, maar wordt hier volledigheidshalve herhaald en aangevuld. [N 17, 12a + 30b + 40 + 46b + add; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; A 26, 2a; Lu 4, 2a; monogr.]
I-13
|
32947 |
zijladders van de oude kar |
hooiledders:
[hooi]lęi̯ǝrs (L295p Baarlo)
|
De open ladderachtige constructies aan de zijkanten van de oude hooikar. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en afbeelding 16, de foto''s a en b. Het lemma bevat alleen meervouden. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel øhooiŋ zie het lemma ''hooi''.' [N 17, 12a en 30b; A 26, 2a; Lu 4, 2a]
I-3
|
18028 |
zijn neus snuiten |
snoeven:
sjnoeve (L295p Baarlo),
snoeven (L295p Baarlo)
|
snuiten: zijn neus snuiten [sneuve, snutte] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
23804 |
zijn pasen doen |
paascommunie (<lat.):
paosekemunie (L295p Baarlo),
paoskommunie (L295p Baarlo),
zijn pasen houden:
ziene paose haoje (L295p Baarlo)
|
De Paascommunie doen [de oeëster hauwe]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23805 |
zijn pasen houden |
pasen houden:
paose haoje (L295p Baarlo),
zijn pasen houden:
ziene paose haoje (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
Zijn Paasplicht vervullen, zijn Pasen houden, d.w.z. in de Paastijd, rond Pasen te biecht en te Communie gaan [ziene paose ha.lde, zien Paoskemunie doon]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23360 |
zijpad |
zijpad:
ziejpaad (L295p Baarlo, ...
L295p Baarlo)
|
Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|