e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Baarlo

Overzicht

Gevonden: 4283
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuigen zuigen: zuuge (Baarlo, ... ), zy(3)̄gə (Baarlo) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] || zuigen [DC 38 (1964)] || zuigen [suuke, snekke] [N 10 (1961)] III-2-3
zuinig zuinig: zunig (Baarlo) zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zuiveren knoeien: knoeien (Baarlo) Afscheiding blijven geven na het kalven, gezegd van de koe. [N 3A, 58] I-11
zure oprisping zuur: t zoor (Baarlo, ... ), t zoor brandt (Baarlo), zuurbranden, het -: t zoor brande (Baarlo) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] || oprisping, een zure oprisping [de vuilen opbot, zooj, zuur] [N 10a (1961)] III-1-2
zuring, groente zuring: zuring (Baarlo), zuurmoes: zoormoos (Baarlo) Zuring die als groente wordt gekweekt [N 14 (1962)] I-7
zuster begijn: begien (Baarlo, ... ), kloosterzuster: kloeësterzuster (Baarlo), non: non (Baarlo), zuster: zuster (Baarlo, ... ), zöster (Baarlo) Een lid van een vrouwelijke geestelijke orde, zuster, non [zuster, non, maseur, begijn]. [N 96D (1989)] || zuster [haar] [SGV (1914)] || zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn - is achttien, mijn zuster twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || zuster; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2, III-3-3
zusters penitenten begijnen: begiene (Baarlo) De Zusters Penitenten [graw begiêne]. [N 96D (1989)] III-3-3
zuur oprispen branden, het zuur brandt: t zoor brandt (Baarlo) oprisping hebben gepaard gaande met een zure smaak in de mond [opzuure] [N 10 (1961)] III-1-2
zuurdeeg maken met deeg mengen: met dęjx meŋǝ (Baarlo) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurdesem zuurdeeg: Syst. WBD  zoordeig (Baarlo) Zuurdeeg, gebruikt i.p.v. gist (heevel?) [N 16 (1962)] III-2-3