33802 |
achterknie |
hakken:
hakǝ (L324p Baexem)
|
Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12]
I-9
|
31587 |
achternaafband |
band:
bantj (L324p Baexem
[(mv be̜nj)]
)
|
De ijzeren band om het achtereinde van de naaf, aan de kant van de wagen. De achternaafband is doorgaans smaller dan de muilband. Zie ook afb. 214. [N G, 43d; N 17, 60b; Vld.]
II-11
|
17651 |
achterste |
achterwerk:
achterwerk (L324p Baexem),
kont:
kóntj (L324p Baexem),
vot:
vot (L324p Baexem)
|
[N 10c (1961)]
III-1-1
|
19445 |
achteruit |
terug:
trø̜k (L324p Baexem)
|
Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.]
I-10
|
33854 |
achteruittrappen |
houwen:
hǫu̯ǝ (L324p Baexem)
|
Met één of beide achterpoten achterwaarts trappen. [JG 1a; N 8, 70a en 72]
I-9
|
34584 |
achterwand |
achterbred:
axtǝrbrɛ̄t (L324p Baexem)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|
17650 |
achterwerk |
bodem:
baom (L324p Baexem),
kont:
kóntj (L324p Baexem),
vot:
vot (L324p Baexem, ...
L324p Baexem)
|
deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17630 |
adamsappel |
adamsappel:
adamsappel (L324p Baexem),
strot:
sjtraot (L324p Baexem)
|
adamsappel [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
ademen:
aome (L324p Baexem, ...
L324p Baexem),
ademhalen:
aom haole (L324p Baexem)
|
ademen [N 10a (1961)]
III-1-1
|
17682 |
ader |
ader:
aor (L324p Baexem, ...
L324p Baexem)
|
ader [N 10a (1961)]
III-1-1
|