32707 |
een weide scheuren |
blekken:
blękǝ (K358p Beringen
[(vroeger)]
),
omschellen:
øę̄msxęlǝ (K358p Beringen),
scheuren:
sxø̄rǝ (K358p Beringen
[(ineens diep)]
)
|
Een weide scheuren is het omploegen van weiland, vooral om het daarna als akkerland te gebruiken. Voor (delen van) varianten die hieronder in de [... [JG 1a + 1b + 1c + 1d; N 11, 42a + b + c; N 11A, 114 + 115a + b; monogr.]
I-1
|
34495 |
een zandbad nemen |
plodderen:
plodǝrǝ (K358p Beringen),
plǫdǝrǝ (K358p Beringen)
|
Met de vleugels een zandbad nemen in de zonneschijn, gezegd van kippen. [N 19, 61b; A 28, 13a; A 28, 13b; Lu 6, 13a; Lu 6, 13b; monogr.]
I-12
|
28606 |
een zwerm opvangen |
karen:
kā.rǝ (K358p Beringen)
|
Het opvangen van een zwerm in een schepkorf. Wanneer een zwerm zich vastgezet heeft aan een tak of iets dergelijks, dan brengt de imker een kleine schepkorf onder de tros. Met een flinke ruk aan de tak valt de zwerm in de korf. Wanneer de bijen in de korf zitten, wordt deze langzaam omgedraaid, omdat de bijen zich aan de strowand of aan elkaar moeten kunnen vastklemmen. Soms moet men een tweede of derde ruk aan de tak geven. Hoe langer een zwerm hangt, hoe vaster hij zit. Een imker moet dus met scheppen niet al te lang wachten. De objecten zwerm, bij e.a. zijn in dit lemma niet gedocumenteerd. [N 63, 84a; JG 1a+1b; JG 2b-5, 4; Ge 37, 105; monogr.]
II-6
|
34542 |
eend |
eend:
ēǝn (K358p Beringen),
ē̜n (K358p Beringen)
|
[JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 18; S 49; L 1a-m; NE II, 55; Vld.; L A1, 48; monogr.]
I-12
|
18851 |
eenvoudig |
simpel:
sömpəl (K358p Beringen)
|
eenvoudig [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
21517 |
eenzaam |
afgelegen:
afgelegen (K358p Beringen),
veraf:
ver af (K358p Beringen)
|
het huis ligt zo eenzaam, zo afgelegen [ZND 34 (1940)]
III-3-1
|
21568 |
eerder te weinig dan te veel gemeten |
kree gemeten:
dat es kree gemeten (K358p Beringen),
pitsachtig gemeten:
da es pitsachtig gemeten (K358p Beringen),
pitsen:
hij pitst (K358p Beringen),
preuts gewogen:
vgl. Bree. Wb. (pag. 356): prits, petieterig, miniem. Het woord heeft te maken met AN preuts.
prits gewogen (K358p Beringen)
|
Hoe zegt men als een winkelier eerder te weinig dan te veel meet of weegt? Vertaal: Dat is ... gemeten, gewogen. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
23253 |
eerste luiden voor de mis |
de kerk open luiden:
kerkopen (K358p Beringen),
luiden:
⁄t luidt (K358p Beringen),
slaan:
het slugt (K358p Beringen)
|
Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de eerste maal hoort? [ZND 36 (1941)]
III-3-3
|
28510 |
eerste nazwerm |
endeling:
ɛndǝleŋ (K358p Beringen)
|
De eerste nazwerm of met de voorzwerm meegerekend de tweede zwerm. Ze is kleiner dan de voorzwerm. Acht of tien dagen nadat de voorzwerm is weggevlogen, vliegt de tutende, nieuw uitgelopen en nog onbevruchte moer of koningin met een deel van het bijenvolk weg. In deze eerste nazwerm kunnen koninginnen zitten die allemaal nog onbevrucht zijn. Zij vormen ofwel nieuwe afsplitsingen ofwel zij bevechten elkaar op leven en dood, totdat er nog één koningin overblijft. Een volk kan slechts één koningin gebruiken. [N 63, 29c; N 63, 37b; N 63, 37e; JG 1a+1b; JG 2b-5; A 9, 6; monogr.]
II-6
|
21564 |
eerste opbod |
inzet:
inzet (K358p Beringen, ...
K358p Beringen)
|
Eerste opbod bij een openbare verkoping. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|