e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Beverlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoppen in het kaartspel schoppen: Schuppe(n) ès troef.  schuppe (Beverlo), Sub kaartspel : spel kaarten : 52 stuks.  schuppe (Beverlo) [Schoppen in kaartspel]. || Schoppen (bij kaartspel). III-3-2
schors (alg.) schors: schosj (Beverlo) schors III-4-3
schort zonder borststuk voorschoot: vörschoot (Beverlo), het nieuwere woord  vörschoewet (Beverlo) voorschoot, werkschort zonder borststuk scholk, skolk, veuring, veurik, sloep, sloof, slopschorteldoek] [N 24 (1964)] III-1-3
schotel schotel: meestal gebruikt om uit te eten  sxōtəl (Beverlo) schotel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
schoteltje schoteltje: schø&#x0304təlkə (Beverlo), sxø&#x0304təlkə (Beverlo), spelling Beverlo wbk.; \": naslag (stomme e)  scheutelke (Beverlo), tasje: taskə (Beverlo), teͅskə (Beverlo) een kopje met een schoteltje [ZND 34 (1940)] || schoteltje [ZND 34 (1940)] || schoteltje, klein bordje of ~, gebruikt onder een kopje waaruit men drinkt [N 20 (zj)] III-2-1
schouder schouder: də schāwərs omhuəch hōͅlə (Beverlo), schaaver (Beverlo), schāvər (Beverlo) een schouder [ZND B1 (1940sq)] || schouder || schouders ophalen [schokschoere] [N 10 (1961)] III-1-1
schoudermanteltje pelerine (<fr.): pellerin (Beverlo), pelerinetje (<fr.): pèlerineke (Beverlo, ... ) pèlerine || schoudermanteltje || schoudermanteltje [pelderien, pellerien] [N 23 (1964)] III-1-3
schram krap: krab (Beverlo), krets: krèts (Beverlo), schram: schram (Beverlo) schrab [schram] III-1-2
schransen vreten: ww  frètte (Beverlo) eten III-2-3
schrede schrede: schree (Beverlo, ... ), spaar: spaar (Beverlo, ... ), trede: tree (Beverlo, ... ) pas || schrede || tred (stap) III-1-2