21494 |
gemeentehuis |
gemeentehuis:
gemeentehaus (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen),
gemeenteroëd: gemeenteraad
gəmēntəhous (Q083p Bilzen)
|
gemeentehuis [ZND 12 (1926)], [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
18958 |
gemene vrouw |
kwaad wijf:
dat es kout weif (Q083p Bilzen),
venijn:
t es e feruein (Q083p Bilzen)
|
Dat is een kwaad wijf. [ZND 08 (1925)] || t Is een venijn (kwaad wijf). [ZND 08 (1925)]
III-1-4
|
19067 |
gemok |
gemoks:
gemoeks (Q083p Bilzen)
|
gemok [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
18165 |
genezen |
genezen:
genāēzen (Q083p Bilzen),
gənēͅsə (Q083p Bilzen)
|
genezen [ZND m] || genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
33319 |
gepachte hoeve, pachtgoed |
pachtgoed:
pax˲gūt (Q083p Bilzen),
pachtwinning:
pāxwɛneŋ (Q083p Bilzen),
winning:
wɛneŋ (Q083p Bilzen)
|
Het bedrijf dat een boer niet in eigen bezit heeft maar pacht (huurt) van de eigenaar aan wie hij in enige vorm betaalt voor het gebruik. Bij winning in L 352 wordt aangetekend: "vroeger heeft de naam denkelijk bestaan, want er is nog een boerderij die de naam De Winning draagt". Bij enkele opgaven in Nederlands Zuid-Limburg wordt opgemerkt dat enige pachthoeven nog in "halfsheid liggen"; de eigenaar ontvangt de helft van het koren, terwijl de pachter ("halfer") het overblijvende koren krijgt met het stro. Algemene en specifieke termen zijn in dit lemma uit elkaar gehouden. Voor de fonetische documentatie van de opgaven die gelijk zijn aan die voor boerderij in het algemeen, zie het lemma "boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2bI; L 38, 21a; L 48, 22; Lu 2, 22; S 27; Wi 18; monogr.; add. uit L 38, 22 en ander materiaal van lemma 1.1.1]
I-6
|
20408 |
gepensioneerd (zijn) |
gepensioneerd:
znd 35, 65
gepensjeneerd (Q083p Bilzen),
gepensjeneert (Q083p Bilzen),
gəpénsjəneirt (Q083p Bilzen)
|
gepensioneerd; hij is -; op pensioen gesteld [ZND 35 (1941)]
III-2-2
|
31088 |
gepind werk |
gepind werk:
gǝpent wɛrk (Q083p Bilzen)
|
Schoenwerk dat met houten pennen is vervaardigd. [N 60, 148b]
II-10
|
17560 |
geraamte |
geraamte:
gerêêmte (Q083p Bilzen),
gərēͅmtə (Q083p Bilzen)
|
een geraamte [ZND 01u (1924)] || geraamte [ZND 01 (1922)]
III-1-1
|
18939 |
gereed |
klaar:
kloeër (Q083p Bilzen),
kluoər (Q083p Bilzen),
vaardig:
viəriX (Q083p Bilzen)
|
klaar [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] || vaardig [ZND A1 (1940sq)]
III-1-4
|
25591 |
gereedschap waarmee men invet |
borstel:
bǫsǝl (Q083p Bilzen)
|
De borstel, lap, vod enz. waarmee olie, vet, boter enz. op bakblik, bakplaat e.d. worden aangebracht. [N 29, 38b]
II-1
|