e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bleijerheide

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
treuren treuren: troe’re (Bleijerheide) treuren, rouwen III-1-4
treuzelaar drentelvot: tren’telvót (Bleijerheide), klommelaar: klu’meler (Bleijerheide), klommelskerel: kloe’melskeël (Bleijerheide), sokkenzomer: zök’kezeumer (Bleijerheide) treuzelaar || treuzelaart || treuzelkous III-1-4
treuzelen breuzelen: breu’zele (Bleijerheide), klommelen: kloe’mele (Bleijerheide) bazelen, treuzelen || treuzelen III-1-4
tricot tricot: tricot (Bleijerheide) Machinaal gebreide stof voor kousen, onderbroeken, borstrokken, lijfjes enz. gebruikt (Van Dale, pag. 2986). [N 62, 88; N 62, 75c; MW] II-7
troep biggen in het algemeen toom: tōm (Bleijerheide) In dit lemma wordt het begrip biggen of wat daarvoor in de plaats kan komen achter nest, toom enzovoorts niet gedocumenteerd. [N 19, 17; N 76, add.] I-12
troep kippen hoop: hōf (Bleijerheide), school: šul (Bleijerheide) Varianten van kippen, hennen, hoenders enz. zijn niet gedocumenteerd. Zie hiervoor het lemma ''kippen'' (5.2.1). Alleen de benamingen voor troep zijn in dit lemma opgenomen. [N 19, 63; A 4, 18; L 4, 18; L 20, 18; S 37; monogr.] I-12
troffel muurtroffel: m ̇ūrtrufǝl (Bleijerheide), troffel: trufǝl (Bleijerheide) Metselaarsgereedschap, bestaande uit een metalen blad van driehoekige vorm aan een gekromde steel met houten handvat. De troffel wordt gebruikt om specie op de stenen te brengen en uit te strijken en om metselstenen op maat te hakken. Zie afb. 1a. Het woordtype schmeisstroffel was in Q 121 van toepassing op een troffel die bij het pleisteren werd gebruikt. De voorkant van het blad van deze troffel was, in tegenstelling tot dat van de gewone troffel, niet rond maar recht afgewerkt. Zie ook het lemma 'pleisteren'. [Wi 3; N 30, 7a; monogr.] II-9
troost troost: troeës (Bleijerheide) troost III-1-4
troosten; troost troosten: trües’te (Bleijerheide) troosten III-1-4
trossen kwasten: kwē̜s (Bleijerheide), (enk)  kwās (Bleijerheide) Gekleurde kwasten boven op het haam. [N 13, 13] I-10