e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L269p plaats=Blerick

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlaai met deegdeksel toeslag: Syst. WBD  toeslaag (Blerick) Vla met deksel van deeg (dekselvlaoj, slof, toeslaag?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaai met reepjes deeg leddertjesvlaai: Syst. WBD  ledderkesvlaaj (Blerick) Vla waarover kruislings reepjes van deeg zijn gelegd (lödderkesvlaa?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaaienvulling spijs: Syst. WBD  spies (Blerick) Vruchtenmoes dat op de vla gesmeerd wordt (spijs?) [N 16 (1962)] III-2-3
vlaaischotel vlaaienschotel: flaaiescho͂ttel (Blerick), flaaieschóttel (Blerick), vlaaischotel: flaaischòttel (Blerick), flaaischóttel (Blerick), flaaischôttel (Blerick) schaal, plat, om een vlaai op te dienen [flaaischottel] [N 07 (1961)] III-2-1
vlaams vlaams: vlaoms (Blerick) Vlaams; bijvoeglijk naamwoord - [DC 47 (1972)] III-3-1
vlaamse gaai blauwe markolf: blaumarkhoof (Blerick), blauwmarkolf: blauwmark(olf) (Blerick), meerkol: méérkol (Blerick), mêrkol (Blerick), vlaamse gaai: vlaamse geij (Blerick) gaai (34 blauwe veertjes in vleugel; kan veertjes opzetten; hele jaar in bossen; soms in troepjes op trek; echte schreeuwlelijk; ook tam te maken [N 09 (1961)] || Hoe heet de Vlaamsche gaai? [DC 06 (1938)] || meerkol [SGV (1914)] || vlaamse gaai III-4-1
vlag vaan: vaan (Blerick), vlag: vlag (Blerick), vlak (Blerick, ... ) vlag [SGV (1914)] || vlag: Loopt Klaas voorop met de -? [DC 39 (1965)] III-3-1
vlak, gelijk vlak: vlaak (Blerick) vlak [SGV (1914)] III-4-4
vlaktex vlakte: ⁄n vlakte (Blerick) vlakte, vlakke of effen strook land [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
vlam vlam: laaiende; bij een flinke vlam  vlam (Blerick) Vuurtong, vlam (vlam, laai) [N 79 (1979)] III-2-1