e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bocholt

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tussenklauwontsteking scheurklauw: šø̄rklau̯w (Bocholt) Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14] I-11
twee centiem cent: ps. omgespeld volgens Frings.  ēͅi̯nə seͅnt (Bocholt), seͅnt (Bocholt) koperen munt van 2 centiem [N 21 (1963)] III-3-1
twee frank dobbele frank: ps. omgespeld volgens Frings.  doͅbələ fraŋ (Bocholt) 2 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] III-3-1
tweede klaversnede tweede schaar: twędǝ sxǭr (Bocholt) Zoals het nagras meestal van betere kwaliteit is dan de eerste snede, zo is ook de tweede snede klaver een gezochte soort groenvoer. Vergelijk aflevering I.3, paragraaf 6: Nagras. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [JG 1c, 2c; monogr.] I-5
tweede luiden voor de mis luiden: loeien (Bocholt), loeije (Bocholt), trumpen: het trumpt (Bocholt), trumpe (Bocholt, ... ), gewonde luiden is loeien (het loedsch)  het trumpt (Bocholt) De klok luiden vóór de aanvang van de doordeweekse mis(sen). [N 96A (1989)] || Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] || Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] || Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)] III-3-3
tweede verkoping hogen: ps. omgespeld volgens Frings.  hygə (Bocholt), toegewezen (volt.deelw.): ps. omgespeld volgens Frings.  tūgəwi(ə)zə (Bocholt), toezet: ps. omgespeld volgens Frings.  dən tuzət (Bocholt) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
tweeling tweeling: twieling (Bocholt) tweeling [ZND 08 (1925)] III-2-2
tweespeen tweedemer: twedimǝr (Bocholt) Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66] I-11
twijg wis: wes (Bocholt) Vaak wordt in plaats van een zweep ook een twijg gebruikt om het paard aan te vuren. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
twijg, jonge tak rijs: ri-js (Bocholt) rijs, dus takje III-4-3