e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Boorsem

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
peer, soorten peer: pe͂ͅr (Boorsem) [ZND 21 (1936)] I-7
peetoom peter: pe:tər (Boorsem), peteren: petere (Boorsem) peter (doopvader) [ZND 05 (1924)] III-2-2
peettante paat: paat (Boorsem), pá;t (Boorsem) meter (doopmoeder) [ZND 05 (1924)] III-2-2
penis van de stier durenschacht: dø̄rǝšax (Boorsem) Mannelijk geslachtsorgaan. [JG 1a, 1b] I-11
persen werken: wɛrkǝ (Boorsem) Het maken van uitdrijvende bewegingen, gezegd van de koe die gaat kalven. [N 3A, 47] I-11
perzikkruid reuts: rø̜tš (Boorsem) Polygonum persicaria L. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in tuinen en wegbermen met zeer kleine roze bloempjes in de vorm van een aar, lancetvormige bladen met een zwarte vlek en roze-rode stengels. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 20 tot 100 cm. Voor weie (wilgen) zie ook de toelichting bij het lemma Hanepoot. [JG 1b, 1c, 2c; A 60A, 56] I-5
pet met opstaand bovenstuk zijden, een -: zeͅijə (Boorsem) pet met opstaand cylindervormig bovenstuk in het algemeen {afb} [zeje pet] [N 25 (1964)] III-1-3
pet: algemeen muts: məts (Boorsem), pats: patsj (Boorsem), patš (Boorsem, ... ) pet || pet (hoofdbedekking voor mannen) - zijn er verschillende benamingen? [ZND 16 (1934)] || pet, hoofddeksel met een klep [kips, patsj, klak, koetsj, paaj, flet, kap, klep, muts, luif] [N 25 (1964)] III-1-3
peterselie peterselie: peterselie (Boorsem), pētərsē.li (Boorsem), piətərsēli (Boorsem) [Goossens 1b (1960)] [ZND 05 (1924)] I-7
peul, dop (znw) schaal: šāl (Boorsem) [Goossens 1b (1960)] I-7