e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broekhuizen

Overzicht

Gevonden: 1136

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bolle wangen dikke wangen: dieke wange (Broekhuizen), toetwangen: toetwange (Broekhuizen) wang: bolle wangen [toetwange, zwabberkaken, volle maan] [N 10 (1961)] III-1-1
bom, spon spon: spon (Broekhuizen) De houten stop die ter afsluiting in het spongat wordt geslagen of geschroefd. Volgens de respondenten uit Gulpen (Q 203), Rothem (Q 99*) en Klimmen (Q 111) werd onder de bom eerst nog een lap gelegd. Die werd sponlap (Q 99*: šponlap) of sponlapje (Q 111: šponlɛpkǝ) genoemd. Zie ook het lemma ɛsponɛ in wld II.2, pag. 44.' [A 36, 3b; N 6, 4 add.; N E, 48a add.; L 7, 28 add.; monogr.] II-12
bomgat, spongat spongat: spongat (Broekhuizen) De opening in de zijwand van een vat, waardoor het gevuld kan worden. Zie ook het lemma ɛspongatɛ in wld II.2, pag. 44.' [N E, 48a; N 6, 4; L 7, 28; A 36, 3a; monogr.] II-12
bont als apart kledingstuk mies: kat  mies (Broekhuizen) bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)] III-1-3
bont en blauw slaan bont en blauw slaan: bont ɛm blou gəslāgə (Broekhuizen) bont en blauw geslagen [RND] III-1-2
bonte specht, specht specht: specht (Broekhuizen) specht, bonte ~ (23 / 14,5 zwart-wit; grote soort is vrij gewoon, kleine soort zeldzaam [N 09 (1961)] III-4-1
bontkraag mies: mies (Broekhuizen) kraag van bont [N 23 (1964)] III-1-3
boog pijlenboog: piləmboͅ:ch (Broekhuizen) boog [RND] III-3-2
boom (alg.) boom: buəm (Broekhuizen) boom [RND] III-4-3
boomgaard bogaard: būəgərt (Broekhuizen) I-7