25557 |
het voorrijzen in de trog |
rijzen:
riǝzǝ (Q035p Brunssum),
voorrijs:
vȳrrēs (Q035p Brunssum)
|
Volgens de informant van P 56 worden de grondstoffen in de trog of de machine gebracht. Eerst de bloem (± 50 kg). De gist (± 1 kg) wordt opgelost in water. Dit mengsel wordt op de bloem gegoten, waarin eerst een soort trechter is gemaakt. Dit alles laat de bakker ongeveer 15 minuten staan. Dit is dan wel het voorrijzen in de trog. [N 29, 24b; N 29, 24a]
II-1
|
19768 |
het vuur aansteken |
aanstoken:
āštø͂ͅkə (Q035p Brunssum)
|
aanstoken [SGV (1914)]
III-2-1
|
19415 |
het vuur doven |
laten uitgaan:
laote oetgao (Q035p Brunssum)
|
doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)]
III-2-1
|
20404 |
heten |
heten:
heeše (Q035p Brunssum)
|
heeten [SGV (1914)]
III-2-2
|
17645 |
heup |
heup:
huuəp (Q035p Brunssum),
huəp (Q035p Brunssum),
hèùp (Q035p Brunssum)
|
heup [SGV (1914)] || heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18087 |
heupjicht |
gicht:
gig (Q035p Brunssum)
|
Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (geschot, steek(te), pleurijs). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24912 |
heuvel, kleine hoogte |
heuvel:
hūūəvəl (Q035p Brunssum),
hoogte:
hūūəgdə (Q035p Brunssum),
(uu open).
huugde (Q035p Brunssum),
hoopje:
hupku (Q035p Brunssum)
|
een kleine hoogte [hoogje] [N 91 (1982)] || heuvel, natuurlijke verheffing van de aardbodem, lager dan een berg [bult] [N 81 (1980)] || hoogte [SGV (1914)] || hoogte, vlak stuk land dat hoger gelegen is dat het omliggende land [verhoogsel] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25028 |
hevige slag |
klats:
klatsh (Q035p Brunssum)
|
een hevige slag [klawats, klavets, klavans] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17776 |
hiel |
hak:
hak (Q035p Brunssum),
vers:
veəš (Q035p Brunssum),
vèš (Q035p Brunssum),
vèèsj (Q035p Brunssum),
vésj (Q035p Brunssum)
|
hak (hiel) [DC 01 (1931)] || hiel, hak [SGV (1914)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)]
III-1-1
|
18344 |
hielstuk van een schoen |
vers:
vèsch (Q035p Brunssum)
|
hielstuk [konterfort[ [N 24 (1964)]
III-1-3
|