e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q035p plaats=Brunssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
het voorrijzen in de trog rijzen: riǝzǝ (Brunssum), voorrijs: vȳrrēs (Brunssum) Volgens de informant van P 56 worden de grondstoffen in de trog of de machine gebracht. Eerst de bloem (¬± 50 kg). De gist (¬± 1 kg) wordt opgelost in water. Dit mengsel wordt op de bloem gegoten, waarin eerst een soort trechter is gemaakt. Dit alles laat de bakker ongeveer 15 minuten staan. Dit is dan wel het voorrijzen in de trog. [N 29, 24b; N 29, 24a] II-1
het vuur aansteken aanstoken: āštø͂ͅkə (Brunssum) aanstoken [SGV (1914)] III-2-1
het vuur doven laten uitgaan: laote oetgao (Brunssum) doven, laten uitgaan, gezegd van vuur in de kachel [N 07 (1961)] III-2-1
heten heten: heeše (Brunssum) heeten [SGV (1914)] III-2-2
heup heup: huuəp (Brunssum), huəp (Brunssum), hèùp (Brunssum) heup [SGV (1914)] || heup - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1
heupjicht gicht: gig (Brunssum) Ischias: ontsteking van de heupzenuw, heupjicht (geschot, steek(te), pleurijs). [N 84 (1981)] III-1-2
heuvel, kleine hoogte heuvel: hūūəvəl (Brunssum), hoogte: hūūəgdə (Brunssum), (uu open).  huugde (Brunssum), hoopje: hupku (Brunssum) een kleine hoogte [hoogje] [N 91 (1982)] || heuvel, natuurlijke verheffing van de aardbodem, lager dan een berg [bult] [N 81 (1980)] || hoogte [SGV (1914)] || hoogte, vlak stuk land dat hoger gelegen is dat het omliggende land [verhoogsel] [N 81 (1980)] III-4-4
hevige slag klats: klatsh (Brunssum) een hevige slag [klawats, klavets, klavans] [N 91 (1982)] III-4-4
hiel hak: hak (Brunssum), vers: veəš (Brunssum), vèš (Brunssum), vèèsj (Brunssum), vésj (Brunssum) hak (hiel) [DC 01 (1931)] || hiel, hak [SGV (1914)] || voet: hak van de voet [vaesj, veers, hak] [N 07 (1961)] III-1-1
hielstuk van een schoen vers: vèsch (Brunssum) hielstuk [konterfort[ [N 24 (1964)] III-1-3