e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Caberg

Overzicht

Gevonden: 1390
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoot schoot: sjoet (Caberg) Schoot: de ruimte in de bocht tussen onderlijf en dijen bij een zittend persoon (schoot, slip, slup). [N 84 (1981)] III-1-1
schop stamp: stāmp (Caberg), tramp: trāmp (Caberg) Trap: harde stoot met de voet (trap, schop, stamp). [N 84 (1981)] III-1-2
schoppen stampen: stāmpe (Caberg), trampen: trāmpe (Caberg) Schoppen: met de uitgestoken voet krachtig treffen (schoppen, trappen, trampen, stampen). [N 84 (1981)] III-1-2
schors (alg.) schil: WBD/WLD  de sjèl (Caberg) De buitenste bekleding van een boom (schors, blek, blot, blast). [N 82 (1981)] III-4-3
schort zonder borststuk voorschoot: veursjeut (Caberg) voorschoot, werkschort zonder borststuk scholk, skolk, veuring, veurik, sloep, sloof, slopschorteldoek] [N 24 (1964)] III-1-3
schouderblad schouderblad: sjouwerblaad (Caberg) Schouderblad: een der beide, driehoekige platte beenderen op de bovenrug die de schouders helpen vormen (schouderblad, schoft). [N 84 (1981)] III-1-1
schram krets: krets (Caberg), schram: sjram (Caberg) Schram: streepvormige, zeer ondiepe verwonding van de bovenhuid (kras, schram, krab). [N 84 (1981)] III-1-2
schrammen kretsen: kretse (Caberg), schrammen: sjramme (Caberg) Schrammen: de bovenhuid zeer licht openrijten (schrammen, krassen, skrassen). [N 84 (1981)] III-1-2
schrede pas: pas (Caberg), stap: slap (Caberg), trede: trey (Caberg) Pas, stap: het plaatsen van de ene voet voor de andere bij het gaan (treden, tred, schrede, loop, stap). [N 84 (1981)] III-1-2
schreeuwen keken: keeke (Caberg), kwaken: kwake (Caberg), schreeuwen: sjrieuwe (Caberg) luid en doordringend roepen, schreeuwen [kweken, kwaken, keken, schreien, krijten, krijsen] [N 87 (1981)] III-3-1