e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Ch?vremont

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vijlen vijlen: vilǝ (Chevremont) Harde materialen, inz. metalen, met behulp van een vijl bewerken, slijpen of gladmaken. [N 33, 84 add.; monogr.] II-11
vink botvink: bóf’fink (Chèvremont) boekvink III-4-1
viooltje chris-oogje: driekleurig  kris’eugs-je (Chèvremont) I-7
vis, algemeen vis: visj (Ch?vremont) vis III-4-2
vishengel hengel: hen’gel (Ch?vremont), visgaard: visj’jeët (Ch?vremont) hengel III-4-2
vlaai vladem: Verklw. vleëmsje  vlaam (Chèvremont) vla III-2-3
vlaai met deegdeksel appeltoeslag: ap’pelsouwsjlaag (Chèvremont), toeslag: tsouw’sjlaag (Chèvremont) appelvla overdekt met een deeglaag || appelvlaai met deegbedekking III-2-3
vlaai met reepjes deeg appeltaart: ap’peltoeët (Chèvremont), ledderenvladem: led’derevlaam (Chèvremont), rillen-taart: rielÒ’letoeët (Chèvremont) appelvlaai met reepjesdeeg || vla met deegstrookjes || vla met reepjes deeg III-2-3
vlaai met reepjesdeeg taart: toeët (Chèvremont) laddertjesvla III-2-3
vlaaienvulling appelspijs: voor de vla  ap’pelsjpies (Chèvremont), spijs: sjpies woeët jemaad va eppel, proemme, abrikoeëze en óch va ries  sjpies (Chèvremont) appelmoes || vlavulling III-2-3