e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Diepenbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge gans gansje: gaskǝ (Diepenbeek), ganzenkuiken: gā.zǝkø̜̄kǝ (Diepenbeek), jonge gans: juŋ gās (Diepenbeek) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitje: gē̜.tšǝ (Diepenbeek), klein geitje: klęi̯ gē.tšǝ (Diepenbeek) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jonge kip pul: pø̜l (Diepenbeek) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge koorzanger zangertje: zèngerke (Diepenbeek) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3
jongen jong: jong (Diepenbeek, ... ), jongetje: jüngske (Diepenbeek) jongen (knaap) [ZND 01 (1922)] || jongen; een lamme - [ZND 29 (1938)] || jongetje III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft caressant: kersaant (Diepenbeek) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 115 (2003)] III-2-2
jongen ter wereld brengen lammen: lamǝ (Diepenbeek) [N 77, 94] I-12
jongste kind ponnetje: poeneke (Diepenbeek) jongste kind; hoe heet het jongste kind van het gezin? [ZND 36 (1941)] III-2-2
jood jood: eͅnə jut, twi judən (Diepenbeek, ... ), ne jud, twie juden (Diepenbeek, ... ) Een jood, twee joden, [ZND 27 1938)] || Een jood, twee joden. [ZND 27 1938)] III-3-1, III-3-3
judas judas: eͅnə žydas (Diepenbeek), nĕ judas (Diepenbeek) Een Judas (uitspraak van j als in ja? of zj als in Frans Jean?). [ZND 27 (1938)] III-3-3