id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
22368 | op stelten lopen | op stelten lopen: op schtelte loope (Eijsden) | stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)] III-3-2 |
25653 | opbakken | oppijpen: oppīpǝ (Eijsden), opwarmen: opwɛrmǝ (Eijsden) | In N 29, 79b werd gevraagd naar de wijze waarop men oud brood opbakte. De antwoorden op deze vraag zijn verwerkt in deze semantische toelichting. Een veel voorkomende methode van opbakken is het brood nat maken met b.v een borstel. Vervolgens wordt het in de oven gelegd totdat het doorwarmd is. Dit duurt zo''n 5 à 10 minuten. Men kan het brood ook opstomen. Als de oven tamelijk warm is, gooit men er een pot water in. Het water verdampt en het brood zet men 5 à 10 minuten in de oven. Men kan het brood ook v√≥√≥r of na het gewone bakken, wanneer de oven niet zo heet is, in de oven leggen gedurende tien minuten. Na het eruithalen legt men het brood onder een doek, zodat men de warmte en de wasem erin laat dringen.' [N 29, 97a; N 29, 97b; monogr.] II-1 |
25581 | opbollen | opmaken: opmǭǝkǝ (Eijsden) | De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te be√Ønvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.] II-1 |
21548 | openbare verkoop | koopdag: Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld! koopdaoëg (Eijsden), verkoop: Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld! verkeup (Eijsden) | openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1 |
18524 | opgezette zak | monicatas: monikates (Eijsden), stolptas: sjtueleptes (Eijsden) | een opgezette zak (opgezette zak of tes, stölpzak) [N 59 (1973)] III-1-3 |
18218 | ophanger | ophanger: d’n ophenger (Eijsden), ophęŋǝr (Eijsden) | het lusje waarmee men de jas kan ophangen [N 59 (1973)] || Het lusje waarmee men de jas kan ophangen. [N 59, 125; Gi 1.IV, 37] II-7, III-1-3 |
19255 | ophouden met het werk | ophouden: ophauwe (Eijsden) | ophouden (m.h. werk) [SGV (1914)] III-1-4 |
25150 | opklaren | opklaren: opklaore (Eijsden), optrekken: optrikke (Eijsden) | opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)] III-4-4 |
21275 | opmaken | opmaken: oͅpmoͅkə (Eijsden), xɛlt op mo.kə (Eijsden) | geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1 |
25513 | oppoken | het vuur oprochelen: ǝt vȳr oprǭxǝlǝn (Eijsden) | Het vuur oppoken. [N 29, 8a; OB 2, 2b; monogr.] II-1 |