e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eind

Overzicht

Gevonden: 1638
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huisakker blok: blǫk (Eind) Aan het erf grenzende akkergrond. [N 5AøIIŋ, 76d en 76e; N 6, 33a; A 10, 3 en 4; JG 1b, add.; L 19b, 1a; monogr.] I-8
huismus, mus huiskets: hoêskets (Eind), mus: ook verzamelnaam voor klein gevogelte  mös (Eind) huismus || mus III-4-1
huisvlieg, vlieg vlieg: vleeg (Eind) vlieg III-4-2
huiszwaluw steenzwalf: ook: gierzwaluw  steînzwâllef (Eind) huiszwaluw III-4-1
hulst hulst: höls (Eind) hulst III-4-3
iemand prijzen bestuiten: bestoête (Eind), bestuûte (Eind), opsteken: eeme opstaeke (Eind), stuiten: stuûte (Eind) iemand ophemelen || loven, prijzen || prijzen, lofspreken van III-1-4
iets goedmoeds doen goedig: geûjig (Eind) goed, goedig III-1-4
ijs (alg.) ijs: (verkleinwoord: iêske).  ī.s (Eind) ijs III-4-4
ijsje ijskoud, een -: Verklw. eiskoutje De meister traktieërdje de hieël klas op ¯n eiskoutje  eiskout (Eind) ijs III-2-3
ijsschots ijsschol: (meervoud: iêsscholle; verkleinwoord: iêsschölke).  iêsschol (Eind) ijsschots, ijsschol III-4-4