| 21970 |
duivenmelker |
duivenmelker:
doeve mĕlker (Q007p Eisden),
duivenpiet:
doeve pier (Q007p Eisden)
|
een persoon die duiven houdt alleen voor zijn plezier? [N 93 (1983)] || Hoe heet de persoon die duiven houdt om aan wedstrijden deel te nemen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 22090 |
duivenslag |
duivenslag:
dūvǝslāx (Q007p Eisden),
slag:
de slaag (Q007p Eisden),
slā.ch (Q007p Eisden),
slā.x (Q007p Eisden)
|
de inrichting met platform waarlangs de duiven het hok in- en uitgaan (pier, til)? [N 93 (1983)] || Duivenslag. [Goossens 1b (1960)] || Het platform op het dak of tegen de gevel vóór de toegang tot het duivenhok, waarop de duiven aanvliegen en neerstrijken. Doorgaans is het platform niet meer dan een plank, soms heeft het de vorm van een huisje met een dak. In een enkel geval is de betekenis van de opgegeven term beperkt tot het (getraliede) valdeurtje dat men kan verstellen voor in- en uitvliegen; deze gevallen zijn telkens in het lemma vermeld. In kaart 52 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie ook afbeelding 17 bij het lemma "duivenhok" (3.4.7). [JG 1a, 1b, 2c; L 8, 9b; monogr.]
I-6, III-3-2
|
| 22080 |
duiventoren |
duiventoren:
doeven toorn (Q007p Eisden)
|
een duiventoren (op vroegere kasteel- of kloosterhoeven)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 24141 |
duivin, vrouwelijke duif |
duivin:
doevin (Q007p Eisden),
zij:
zi-j (Q007p Eisden),
zij-j (Q007p Eisden)
|
duif, wijfje [ZND 18 (1935)], [ZND 39 (1942)]
III-4-1
|
| 24312 |
duizendpoot |
duizendpoot:
dūzəntpu(wə)t (Q007p Eisden)
|
duizendpoot [duuzendbeender, -been] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
| 34239 |
dunne melk |
fluit:
fløi̯t (Q007p Eisden)
|
Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74]
I-11
|
| 18685 |
dunne sjaal |
dunne sjaal:
dønə šal (Q007p Eisden)
|
sjaal, dunne ~ [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 19310 |
durven |
durven:
dərven (Q007p Eisden),
dəurvə (Q007p Eisden)
|
durven [ZND 25 (1937)]
III-1-4
|
| 21418 |
duur |
duur:
Fr. heure
deur (Q007p Eisden)
|
duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)]
III-3-1
|
| 17895 |
duwen |
duwen:
d"jə (Q007p Eisden)
|
duwen [RND]
III-1-2
|