e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eksel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
luchtbel in water brobbel: brobbel (Eksel) de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] III-4-4
luchtpijpen luchtpijpen: lochtpiepen (Eksel, ... ) luchtpijpen [loospiepe] [N 10 (1961)] III-1-1
luchtx lucht: locht (Eksel, ... ) lucht [ZND 01 (1922)], [ZND 04 (1924)] III-4-4
lucifer stekje: stekske (Eksel, ... ), stɛkskə (Eksel) lucifer [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND 16 (1934)], [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
lui niet scheutig: nie scheutig (Eksel) niet verlangend om te werken of een handeling te verrichten [lui, niet scheutig] [N 85 (1981)] III-1-4
lui (lieden) mensen: de minschen, aan ⁄t maaiën (Eksel), de minsen zien vandaag allemaol in ⁄t veld aan⁄t moeîen (Eksel), minsən (Eksel) De mensen zijn vandaag alle buiten op het veld en maaien. Mensen of lieden of lui enz. [ZND 04 (1924)] || mensen [RND] III-3-1
luid schreien schreeuwen: schru-e-ven (Eksel) zeer luid huilen [janken, schreiten, beuken] [N 85 (1981)] III-1-4
luiden luiden: lauwen (Eksel), lauən (Eksel), louwen (Eksel) Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] || Luiden. [ZND A2 (1940sq)] III-3-3
luiden voor de mis luiden: lauwen (Eksel) Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] III-3-3
luier doek: dyk (Eksel), pisvod: pisvod (Eksel), vod: vodden (Eksel), vŏdən (Eksel), windel: wendel (Eksel), wendels (Eksel) luier (kinderdoek) [ZND 01u (1924)] || luier [winjel, luur, kindsdoek, pisdoek, huik] [N 25 (1964)] || luiers (kinderdoeken) [ZND B1 (1940sq)] || luiers; het kind wordt in de luiers gedaan [ZND 01u (1924)] III-2-2