e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L371a plaats=Geistingen

Overzicht

Gevonden: 2251
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biddag biddag: bēͅd-dāx (Geistingen, ... ) Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] || Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biddag voor het gewas bededag: bééddaag (Geistingen) De Biddag voor het Gewas. [N 96C (1989)] III-3-3
bidden zich beden: zich bèèje (Geistingen) Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidprentje doodsbeeldje: doeëdsbeeldje (Geistingen) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstoel bidstoel: bèèdstool (Geistingen) Een bidstoel met knie- en armsteun, waarop men alleen maar geknield kan zitten [prie-Dieu?]. [N 96A (1989)] III-3-3
biecht biecht: beecht (Geistingen) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biechten: beechten (Geistingen) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtbriefje biechtbriefje: beechtbreefke (Geistingen) Een biechtbriefje, het bewijs dat men de Paasbiecht had gehouden [biechbrifje]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechteling biechteling: beechteling (Geistingen) De biechteling, de gelovige die gaat biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) zich biechten (gaan): zich beechten (Geistingen) Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] III-3-3