e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge gans gansje: gęi̯skǝ (Geleen) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge kip pul: pøl (Geleen) Bedoeld wordt de jonge kip die bijna aan de leg is of net legt. [N 19, 40d; R 14, 23b; R 3, 39; A6, 1b; JG 1a, 1b; L 1a-m; Gwn; Vld.; S 27, add.; monogr.] I-12
jonge koorzanger zangertje: zengerke (Geleen) Een jeugdige koorzanger, zangertje, koraaltje. [N 96B (1989)] III-3-3
jonge vrouw meidje: e méédje (Geleen) jonge vrouw [kuie, koje, keuje] [N 86 (1981)] III-2-2
jongen jong: jong (Geleen) jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft jong: de jŏng (Geleen), jòng (Geleen), jongetje: jungske (Geleen), liefste: lēfstə (Geleen) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is jong: jŏng (Geleen), liefste: lēfstə (Geleen), verloofde: vərlōf˂də (Geleen) (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
jongste kind krauwel: cf. Dl. III, afl. 1 p. 24 s.v. "krauwel"in lemma "jongste vogeltje uit het nest  krawwel (Geleen), scharpotje: scharpötje (Geleen) Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] || Wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)] III-2-2
juffrouw juffer: joffer (Geleen), juffrouw: joffrouw (Geleen), juffrouw (Geleen, ... ) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)] III-3-1
jukbeen knokerig gezicht: i.e. als de botten uitsteken.  knaokerig gezich (Geleen), koon: koon (Geleen) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1