e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pauzeren even rusten: effe ruste (Geleen), rusten: raste (Geleen) heel even ophouden met werken [tukken] [N 85 (1981)] III-1-4
peer, soorten peer: pèr (Geleen), smoutpeer: eigen spellingsysteem additie bij vraag 117 e.v. = juttepeer  sjmäutpaer (Geleen), waterkats: waterkatsj (Geleen), eigen spellingsysteem additie bij vraag 117 e.v. = ee snel rijpende peersoort met fel gele kleur  waterkatsj (Geleen) juttepeer [N 82 (1981)] || soort peer [N 82 (1981)] I-7
peetoom peteren: paetere (Geleen), paetère (Geleen, ... ), peetere (Geleen), pēͅtərə (Geleen, ... ) de peter [de paat] [N 96D (1989)] || peetoom [SGV (1914)] || peetoom (de oom naar wien iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] || peter (de man, wiens naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] III-2-2
peettante paat: paat (Geleen, ... ), pāt (Geleen, ... ) de meter [joaën] [N 96D (1989)] || meter (de vrouw, die het kind ten doop houdt en wier naam het kind gewoonlijk ontvangt) [DC 05 (1937)] || peettante || peettante (de tante naar wie iemand genoemd is) [DC 05 (1937)] III-2-2
pekdraad pekdraad: pę̄kdrǭt (Geleen) De draad die men maakt door hennepvezels in elkaar te draaien en met pek in te smeren. [N 60, 195a; N 60, 238a; N 36, 44; L 40, 39] II-10
pen chape: sap (Geleen) Bij een pen-en-gatverbinding, het dunne gedeelte dat ontstaat wanneer de zijvlakken aan het uiteinde van één van de stukken hout worden weggezaagd. De dikte van de pen bedraagt gewoonlijk 1/3 van de totale houtdikte. [N 54, 58b; monogr.] II-12
penis fluit: fluit (Geleen), jantje: t jantje (Geleen), klippel: klippel (Geleen), lul: lul (Geleen), mannetje: mènke (Geleen), piemeltje: piemelke (Geleen), pin: pin (Geleen) [N 10c (1995)] III-1-1
penitentie penitentie (<lat.): pentensje (Geleen) Penitentie. [N 96D (1989)] III-3-3
penningen afroepen nommers aflezen: nǫmǝrs āflē̜zǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]) De penningnummers afroepen bij het uitgeven van de penningen. Zie voor de fonetische dokumentatie van het woord (marken) het lemma Controlepenning. [N 95, 48] II-5
penningen uitgeven penningen uitgeven: [penningen] utgøē̜vǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]) Controlepenningen uitreiken. Het uitgeven van de penningen geschiedde bovengronds. De zegsman uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat op vertoon van de penning de mijnwerker zijn lamp en gereedschap kon ophalen. Daarna gaf hij de penning af voordat hij in de lift stapte. Aan het eind van de dienst kon hij de penning bovengronds, later ondergronds weer van een bord nemen. De penning werd uiteindelijk bij het verlaten van de mijn in een bak bij de portier gedeponeerd. Zie voor de fonetische dokumentatie van de tussen haken geplaatste woorden het lemma Controlepenning. [N 95, 45] II-5