24948 |
bron |
bron:
bron (L164p Gennep),
brŏŏn (L164p Gennep),
brón (L164p Gennep),
sprong:
sprøŋ (L164p Gennep),
oud
sprŭng (L164p Gennep)
|
bron [SGV (1914)] || bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8, III-4-4
|
34342 |
bronstig |
berig:
bęrex (L164p Gennep)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
34141 |
bronstig op andere koeien springen |
reupen:
rø̄pǝ (L164p Gennep)
|
[N 3A, 9b]
I-11
|
20769 |
brood |
brood:
brood (L164p Gennep, ...
L164p Gennep,
L164p Gennep),
bróót (L164p Gennep),
stoet:
styt (L164p Gennep)
|
brood [DC 03 (1934)], [RND] || stoet (brood)
III-2-3
|
20710 |
broodje |
broodje:
Syst. Eijkman
brø̄tjəs (L164p Gennep),
knippeltje:
Syst. Eijkman
knepəltjə (L164p Gennep)
|
Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)]
III-2-3
|
25500 |
broodoven |
oven:
oavǝ (L164p Gennep),
ovǝn (L164p Gennep),
ǭǝvǝ (L164p Gennep)
|
De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.]
II-1
|
20670 |
broodpap |
broodpap:
Syst. Eijkman
brōtpap (L164p Gennep),
kruimelpap:
kryməlpap (L164p Gennep)
|
kruimelpap, pap van gekruimeld brood en krenten || Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20706 |
broodpop |
sinterklaasman:
Syst. Eijkman
sentər`klōͅsman (L164p Gennep),
weggenkerel:
weͅgəkeͅl (L164p Gennep),
wegkerel:
weͅkkeͅl (L164p Gennep),
Syst. Eijkman
`weͅk`keͅl (L164p Gennep)
|
broodman, wittebrood in de vorm van een man || Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24983 |
bros, breekbaar |
broos:
broos (L164p Gennep, ...
L164p Gennep),
bros:
bros (L164p Gennep)
|
bros [SGV (1914)] || hard aanvoelend en toch gemakkelijk breekbaar [bros, sprok, ras, broos] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
25657 |
brouwen |
brouwen:
brǫwǝ (L164p Gennep)
|
Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.]
II-2
|