e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gennep

Overzicht

Gevonden: 4879
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bron bron: bron (Gennep), brŏŏn (Gennep), brón (Gennep), sprong: sprøŋ (Gennep), oud  sprŭng (Gennep) bron [SGV (1914)] || bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8, III-4-4
bronstig berig: bęrex (Gennep) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
bronstig op andere koeien springen reupen: rø̄pǝ (Gennep) [N 3A, 9b] I-11
brood brood: brood (Gennep, ... ), bróót (Gennep), stoet: styt (Gennep) brood [DC 03 (1934)], [RND] || stoet (brood) III-2-3
broodje broodje: Syst. Eijkman  brø̄tjəs (Gennep), knippeltje: Syst. Eijkman  knepəltjə (Gennep) Welke dialectbenamingen kent U voor kleine wittebroodjes? (pistolee, kadetjes, kerneeke, frans broodje, spaans broodje, krombroodje, koekestel, bestel, krol, knubbeltje [N 16 (1962)] III-2-3
broodoven oven: oavǝ (Gennep), ovǝn (Gennep), ǭǝvǝ (Gennep) De diverse vragen vroegen in het algemeen naar "de oven" en niet specifiek naar "de broodoven" afgezien van N 29, 1a. Het merendeel van de antwoorden slaat op de oven aan huis of op de boerderij. Meer specifieke ovens zullen in de bakkerij gebouwd zijn. De königswinteroven is een oven gemaakt van grote blokken steen afkomstig uit königswinter. De vloer bestaat uit twee grote blokken. Deze oven is voorzien van drie kanalen (pijpen) die boven het gewelf zijn aangebracht. Kanalen voeren de rook van achter de oven boven over het gewelf naar voren waardoor de trek van het vuur veel beter regelbaar wordt gemaakt (z. wbd ii afl. 1 blz. 62). [N 29, 1a; N 5, 135; RND, 57; S 27; Wi4; L 12, 8; L 40, 13b; L 40, 14; L A 2, 277; monogr.] II-1
broodpap broodpap: Syst. Eijkman  brōtpap (Gennep), kruimelpap: kryməlpap (Gennep) kruimelpap, pap van gekruimeld brood en krenten || Pap met stukjes roggebrood (pap met vuurstenen?) [N 16 (1962)] III-2-3
broodpop sinterklaasman: Syst. Eijkman  sentər`klōͅsman (Gennep), weggenkerel: weͅgəkeͅl (Gennep), wegkerel: weͅkkeͅl (Gennep), Syst. Eijkman  `weͅk`keͅl (Gennep) broodman, wittebrood in de vorm van een man || Wittebrood in de vorm van een man (steeve, steeveman, weggeman, nieuwjaarsman, ziepesprengert, boekeman?) [N 16 (1962)] III-2-3
bros, breekbaar broos: broos (Gennep, ... ), bros: bros (Gennep) bros [SGV (1914)] || hard aanvoelend en toch gemakkelijk breekbaar [bros, sprok, ras, broos] [N 91 (1982)] III-4-4
brouwen brouwen: brǫwǝ (Gennep) Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.] II-2