e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hongerig hongerig: hungerig (Gronsveld) hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
honing honing: huǝneŋ (Gronsveld) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6
hoofd hoofd: huid (Gronsveld), kop: kop (Gronsveld) hoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
hoofd (spotnamen) bol: t driet dich ien denne bol  bol (Gronsveld), knots: de bis weeld ien denne knotsj  knotsj (Gronsveld) [N 10 (1961)] III-1-1
hoofdbalken van de eg balken: bɛ̄lǝk (Gronsveld) De rechte of lichtelijk gebogen, zwaardere balkjes van het egraam, die door de lichtere scheien op een bepaalde afstand van elkaar gehouden worden. Meestal zijn - vooral bij de vierhoekige eg - in deze balken de tanden aangebracht. Voor de plaatsen waar men voor de hoofdbalken van de eg geen aparte term gebruikt, zie men het vorige lemma. [JG 1a + 1b; N 11, 69a; N 11A, 155a; monogr.] I-2
hoofdbord kopstuk: kǫpštø̜k (Gronsveld) Vaste, schuin boven het wiel geplaatste voorwand van de kruiwagen. [N 18, 98b + 99 + add; N G, 53c; JG 1a; JG 1d; monogr] I-13
hoofddoek plag: plak (Gronsveld), plaggetje: plekske (Gronsveld) 2. hoofddoek || hoofddoek dichtgeknoopt onder de kin [plak, pleksek, kopdeuksek, zielewermer] [N 23 (1964)] III-1-3
hoofdkaas hoofdpie: hûidpie (Gronsveld), hoofdvlees: huidvleis (Gronsveld), hûidvlèis (Gronsveld), kipkap: kip-kap (Gronsveld) hoofdkaas [DC 30 (1958)] III-2-3
hoofdluis luis: loes (Gronsveld, ... ), lûis (Gronsveld), WLD  loes (Gronsveld, ... ), luis (Gronsveld), pietje: pieteke (Gronsveld) hoofdluis [N 26 (1964)] || luis (znw enk) [N 26 (1964)] || luis (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
hoofdpijn koppijn: koppèng (Gronsveld) hoofdpijn [DC 27 (1955)] III-1-2