e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gruitrode

Overzicht

Gevonden: 3122
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloementuin bloemenhof: bloomenhoof (Gruitrode) bloemenhof [ZND 27 (1938)] I-7
bloemknop bot: bot (Gruitrode, ... ) bot, knop [ZND 34 (1940)] || knop [ZND 34 (1940)] III-4-3
bloemkool bloemkool: blo.mkil (Gruitrode), bloomkiel  blo.mkil (Gruitrode) bloemkool als gerecht [N Q (1966)] || bloemkool, als plant of gewas [N Q (1966)] I-7, III-2-3
bloemperk bed: beͅd (Gruitrode) [Goossens 1b (1960)] I-7
blussen blussen: blessen (Gruitrode) blussen [ZND 23 (1937)] III-3-1
bluts bluts: Ook: bluts.  blits (Gruitrode), zonk: WNT: zonk (I), 1) Laagte a) In het alg.: lage plek, verzakking, kuil in wegdek, dak, vloer enz.  zonk (Gruitrode) Deuk: een buiging in een effen opppervlak door een stoot veroorzaakt (buts, bluts, bult, duts, deuk). [N 84 (1981)] III-1-2
blutsen blutsen: blitse (Gruitrode), blutsen (Gruitrode), knotsen: knotsen (Gruitrode) Blutsen: een buil slaan, een deuk slaan (blutsen, knutsen, butsen). [N 84 (1981)] || De appels niet blutsen. [ZND 21 (1936)] III-1-2
bochel bult: bilt (Gruitrode) Hij heeft een bochel. [ZND 21 (1936)] III-1-2
boek boek: book (Gruitrode, ... ), bouk (Gruitrode), bōk (Gruitrode) boek [ZND 21 (1936)], [ZND 44 (1946)], [ZND m] III-3-1
boekweit boekweit: bogǝt (Gruitrode) Fagopyrum esculentum Moench. Een graansoort die gemakkelijk groeit op weinig vruchtbare grond. Boekweit kent geen aren; de korrels hangen in trosjes aan vertakkingen van de stengel. Het zaad is licht en wordt zeer dun gezaaid, slechts 20 kg per hectare. De samenstelling boekweit, -letterlijk "beuke-tarwe" (boek is wisselvorm van beuk), vanwege de drievlakkige vrucht- is kennelijk al snel ondoorzichtig geworden, temeer omdat het element ''weit'' voor "tarwe" in het zuiden van het Nederlandse taalgebied tot de uiterste oostrand beperkt was (zie het lemma ''tarwe'' (1.2.8) met kaart 8). Er zijn dan ook talrijke contractie-vormen ontstaan; het WNT geeft: boekeit, boeket, boekent. In de XVe eeuw is het gewas vanuit Aziē naar Europa ingevoerd; de eerste attestatie in het Nederlandse taalgebied dateert van 1440. De zegsman van K 278 merkt op: "Boekweit en koolzaad werden gewoonlijk alleen op het veld gedorst omdat het geen vervoer verdragen kon." Volgorde van de varianten 1) twee volledige syllaben 2) tweede syllabe toonloos 3) n-epenthese in tweede syllabe. Zie afbeelding 1, f.' [JG 1a, 1b; L 1 a-m; L lijst graangewassen, 1; R 3, 26; S 4; Wi 18; monogr.] I-4