20159 |
jongen |
jong:
joong (Q203p Gulpen),
jŏng (Q203p Gulpen)
|
jongen [DC 05 (1937)] || jongen (knaap) [SGV (1914)]
III-2-2
|
20365 |
jongen met wie een meisje verkering heeft |
mens:
miensj (Q203p Gulpen),
vrijer:
vrieër (Q203p Gulpen),
(= vrijer).
vriejer (Q203p Gulpen)
|
de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20380 |
jongen met wie men verloofd is |
amant (fr.):
amant (Q203p Gulpen),
verloofde:
verloofde (Q203p Gulpen)
|
verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20334 |
jongste kind |
benjamin:
benjamin (Q203p Gulpen)
|
Andere benaming van: wordt deze naam ook gebruikt voor het jongste kind (dat soms ook het zwakste is) van een groot gezin? [DC 25 (1954)]
III-2-2
|
33341 |
jongste knecht, manusje van alles |
werkman:
werǝkman (Q203p Gulpen)
|
Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.]
I-6
|
21335 |
jood |
jood:
jüd (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
jood [SGV (1914)]
III-3-1, III-3-3
|
23211 |
judas |
judas:
Judas (Q203p Gulpen)
|
Judas [SGV (1914)]
III-3-3
|
21336 |
juffrouw |
juffer:
juffer (Q203p Gulpen),
juffrouw:
juffrouw (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen)
|
hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] || juffer [SGV (1914)]
III-3-1
|
17607 |
jukbeen |
jukbeen:
jukbèe (Q203p Gulpen)
|
Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
18192 |
jurk |
kleed:
vör zulle dat klaed gans motte losmaken vor ver het verendere (Q203p Gulpen)
|
Jurk. We zullen die jurk helemaal moeten lostornen voor we ’m kunnen veranderen. [DC 39 (1965)]
III-1-3
|