e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gutshoven

Overzicht

Gevonden: 858
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
katapult vork: vörk (Gutshoven) Hoe noemt men het speeltuig, bestaande uit een gevorkt takje, aan de uiteinden waarvan een elastiekje is vastgemaakt en waarmee jongens steentjes wegschieten? [Lk 01 (1953)] III-3-2
kazuifel kazuifer: ɛnə kas(ue)əfər (Gutshoven), ɛnə kas(ui)əfər (Gutshoven) Een kazuifel (misgewaad; de uitspraak juist weergeven). [ZND 36 (1941)] III-3-3
keel, strot strot: stru.ət (Gutshoven) strot [RND] III-1-1
keelpijn keelpijn: kiilpi:in (Gutshoven) keelpijn [RND] III-1-2
kegelen kegelen: keiəgele (Gutshoven) Zij zijn aan het kegelen. [ZND 36 (1941)] III-3-2
kegels (mv.) kegels: bi də kɛigəls ju.nt hi: nimej gəspi.ilt (Gutshoven), er staat een y  kügəls (Gutshoven), er staat kyegels  küəgəls (Gutshoven) Er zijn negen kegels. [ZND 36 (1941)] || met de kegels wordt er niet meer gespeeld [RND] III-3-2
kelder kelder: kalder (Gutshoven), kaldər (Gutshoven) kelder [RND], [ZND 36 (1941)] III-2-1
kerel kadee: das nə rouə kədej (Gutshoven), kerel: kja:l (Gutshoven) dat is een ruwe kerel [ZND 42 (1943)] || kerel [RND] III-3-1
kermis kermis: ki.rəməs (Gutshoven), mərgə est kérəməs (Gutshoven) kermis [RND] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)] III-3-2
kers, zoete soorten kers: kers}* (Gutshoven), kioəs (Gutshoven) [ZND 01 (1922)]kers [ZND 01 (1922)] I-7